Het inschatten en opvolgen van de financiële risico’s is een verplicht onderdeel binnen de BBC en wint vanuit het oogpunt van organisatiebeheersing meer en meer aan belang. De decreetgever beoogt met deze bijlage niet alleen het in kaart brengen van de financiële risico’s, maar spoort ook aan om na te denken over de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken.
Overzicht van de (gewijzigde) financiële risico's
Pensioenbijdrage statutaire ambtenaren en responsabiliseringsbijdrage
Terug naar navigatie - Pensioenbijdrage statutaire ambtenaren en responsabiliseringsbijdrageEen responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd door de provinciale en lokale besturen waarvan de pensioenlast voor hun gewezen vastbenoemde personeelsleden en/of hun rechthebbenden meer bedraagt dan de wettelijke basispensioenbijdragen die zij voor datzelfde jaar betalen.
Het verschil tussen beide (=deficit) wordt vermenigvuldigd met de responsabiliseringscoëfficiënt Het resultaat vormt het bedrag van de bruto responsabiliseringsbijdrage. De responsabiliseringscoëfficiënt is een (tijdelijke) korting die deficitaire besturen genieten op hun deficit. De responsabiliseringsbijdrage zorgt er met andere woorden voor dat de ene gemeente niet moet opdraaien voor de opgebouwde pensioenlast van de andere.
Twee factoren hebben met andere woorden een impact op de responsabiliseringsbijdrage:
- De pensioenlast van de gewezen vastbenoemde personeelsleden: deze pensioenlast daalt bij het overlijden van een gepensioneerd voormalig statutair personeelslid. De pensioenlast stijgt telkens als een statutair personeelslid met pensioen gaat.
- De wettelijke basispensioenbijdrage die de gemeente jaarlijks (op maandbasis) overmaakt aan het wettelijk pensioenfonds (via Dibiss). Deze bijdrage wordt berekend op het basisloon van de in dienst zijnde statutaire ambtenaren. In de mate dat de gemeente statutaire ambtenaren niet vervangt of vervangt door contractuele ambtenaren, daalt de bijdrage aan het wettelijk pensioenfonds van Dibiss. Het pensioen van contractuele ambtenaren wordt immers betaald door een ander (gesolidariseerd) pensioenfonds.
Op basis van betrouwbare cijfers van de pensioendienst of van de studiedienst van Belfius zullen we de stijgende evolutie van deze bijkomende loonkosten opvolgen en correct inschrijven in het meerjarenplan. De 50% betoelaging vanuit Vlaanderen halveert dit budgettaire probleem, maar neemt het zeker niet weg.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- De stijging van de tweede pensioenpijler, die recht geeft op een korting op de responsabiliseringsbijdrage, is gerealiseerd. De korting, die werd ingeschreven in het meerjarenplan, is zo verworven. Dit risico is afgedekt.
- De responsabiliseringsbijdrage wordt voor 50% gecompenseerd via een verhoging van het gemeentefonds. Deze subsidie is verworven voor het ganse meerjarenplan.
- Het meerjarenplan bevat een responsabiliseringsbijdrage die door de pensioendienst werd berekend. De afrekeningen die we ontvangen worden steeds getoetst aan de budgetten zodat we deze desgevallend kunnen bijstellen.
Schuldenlast beheren en onder controle houden
Terug naar navigatie - Schuldenlast beheren en onder controle houdenMortsel heeft grote investeringen gedaan in het vorige meerjarenplan en schreef een aantal projecten in voor de komende periode. Daardoor is de schuldenlast van Mortsel gestegen. Bovendien wordt de schuldgraad nu geconsolideerd bekeken, wat betekent dat ook de lopende leningen van OCMW en AGB meegeteld worden.
De evenwichtsvoorwaarden van de BBC brengen in kaart hoe groot de schuldenlast is en of ons lokaal bestuur in staat is om deze af te lossen. Dit is de zogenaamde autofinancieringsmarge. Deze indicator geeft aan dat Mortsel haar lopende en ingeplande leningen kan aflossen.
De schuldenlast onder controle houden vergt sowieso veel inspanningen. Actief schuldbeheer kan leiden tot optimalisaties van de schuldenportefeuille en tot meer evenwicht in korte en lange termijnschulden die binnen een bepaald aanvaardbaar risicokader kunnen resulteren in meer budgettaire ruimte. Diversificatie van de leningenportefeuille is dus aangewezen.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- Een verslechtering van het exploitatieresultaat kan ertoe leiden dat het bestuur niet meer in staat is om de leningsuitgaven te dekken. Leninguitgaven zijn op lange termijn vastgelegd en moeilijk of niet te herroepen. Deze situatie kan leiden tot een tekort in de liquide middelen en het niet halen van de wettelijke evenwichtsvoorwaarden volgens de BBC.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
-
- Door de omzetting van de commercial paper naar een klassieke banklening in 2020 zijn we minder afhankelijk geworden van de kortetermijnrente. Een deel van onze leningen heeft weliswaar een variabele rentevoet, maar voor de belangrijkste ervan werd een rente-indekking afgesloten, waardoor het risico op rentestijgingen opgevangen werd.
- Conform de richtlijnen van Audit Vlaanderen en naar aanleiding van een doorlichting van de geldmiddelen in 2020, staan de leningen individueel in de boekhouding. Zo kan, indien gewenst, vanuit het boekhoudprogramma een overzicht van de leningen worden gegenereerd. Dit reduceert het risico dat de nodige informatie over leningen niet wordt gevonden.
- Sinds begin 2022 hebben zowel de korte als de lange termijn rentevoeten een forse stijging gekend. De impact op de bestaande leningenportefeuille is beperkt, maar eventuele toekomstige nieuwe leningen zullen wellicht hogere rentevoeten kennen dan de leningen die de voorbije jaren werden aangegaan.
- In 2023 werd voor het eerst sinds lang opnieuw kortlopend commercial paper uitgegeven. Dit jaar werd een langlopende lening aangegaan met een vaste rentevoet. Tegelijk met de opname van deze lening werd het kortlopend commercial paper terugbetaald.
Stijging van de onbetaalde facturen en dubieuze debiteuren
Terug naar navigatie - Stijging van de onbetaalde facturen en dubieuze debiteurenSteeds meer besturen krijgen te maken met wanbetalers: een deel van de schoolfacturen blijft onbetaald, de sociale armoede neemt toe en een gedeelte van de OCMW-cliënten is niet meer in staat om de toegekende voorschotten terug te betalen. Mortsel rekent haar dienstverlening door. Deze ontvangst uit retributies en prestaties maakt ongeveer 1/6e uit van de totale ontvangsten.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- Een aandeel van de aangerekende prestaties zal nooit geïnd kunnen worden. Dit leidt tot een verslechtering van het exploitatieresultaat.
- De werklast voor het invorderen van facturen stijgt waardoor er bijkomend medewerkers moeten geworven worden. Dit leidt tot een verslechtering van het exploitatieresultaat.
- Het bijzonder comité voor de sociale dienst stelt de verleende steun” terugvorderbaar”, terwijl de terugvordering niet gerealiseerd wordt. Zij krijgt zo een foutief beeld van de lasten van de uitgekeerde steun op het budget van het lokaal bestuur.
Beheersmaatregel en opvolging
- In 2022 werd een nieuwe software voor de opvolging en inning van achterstallige facturen in gebruik genomen: i-Controller. Deze software laat toe om schuldenaars gericht te contacteren op een tempo en via een communicatiekanaal dat hen het beste past. Dit moet leiden tot een snellere betaling van de facturen.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- Ondanks een aantal acties die ertoe moeten leiden dat facturen vlotter geïnd zullen worden, is er een trend zichtbaar dat meer facturen onbetaald blijven of langer blijven open staan. We verwachten met andere woorden dat onze acties deze trend kunnen vertragen, maar zeker niet kunnen keren. Dit risico blijft reëel en is slechts gedeeltelijk afgedekt.
Evolutie van het leefloon
Terug naar navigatie - Evolutie van het leefloonHet OCMW staat in voor het toekennen van leefloon en wordt daarin gestuurd en gesubsidieerd door de federale overheid. De cijfers maken duidelijk dat meer gezinnen en kinderen geconfronteerd worden met armoede. Ook de vluchtelingenproblematiek en de beslissingen die België hierrond nam, maken dat er meer mensen beroep doen op leefloon.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- Niet alle uitgaven voor het leefloon zijn voorzien in de meerjarenplanning.
- Het meerjarenplan voorziet in onvoldoende middelen voor extra begeleiders die instaan voor het activeren van de leefloners, waardoor cliënten langer afhankelijk blijven van het leefloon.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- De evolutie van de uitgaven voor leefloon wordt maandelijks opgevolgd. Een stijging kunnen we zo snel opmerken. Het beïnvloeden van deze uitgaven is echter niet mogelijk. Het risico dat we mettertijd dit budget zullen moeten verhogen, is reëel.
Inflatie
Terug naar navigatie - InflatieNa ettelijke jaren van stabiele, lage inflatie stellen we sinds eind 2021 een zeer sterke stijging van de inflatiecijfers vast. In 2022 werden we geconfronteerd met de hoogste inflatie sinds vele decennia.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- Een indexering van de lonen met 2% telkens wanneer de spilindex overschreden wordt. Lonen zijn de belangrijkste uitgavenpost van lokaal bestuur Mortsel. De impact van deze snelle opeenvolging van loonsverhogingen is dan ook groot.
- Algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten. Net als iedereen stellen we vast de producten en diensten die we aankopen vaak significant duurder zijn dan de voorbije jaren.
Beheersmaatregel en opvolging
- De stijgende inflatie zorgt ervoor dat de inkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende belasting op de personenbelasting toenemen. Deze meerinkomsten compenseren de toegenomen uitgaven echter slechts ten dele en bovendien met een vertragend effect.
- De budgetten voor lonen werden aanzienlijk verhoogd bij de vorige aanpassing van het meerjarenplan.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- De evolutie van de loonkosten wordt van nabij opgevolgd, net als die van de andere uitgaven.
- In 2024 stellen we vast dat de inflatie significant lager ligt dan voorzien waardoor een van de twee gebudgetteerde loonsverhogingen zich wellicht niet zal realiseren.
Algemene stijging en toegenomen volatiliteit van de energieprijzen
Terug naar navigatie - Algemene stijging en toegenomen volatiliteit van de energieprijzenDe algemene toename van de prijzen is met name erg extreem voor wat betreft energie. De prijzen van elektriciteit en gas zijn fors gestegen de voorbije maanden. Bovendien zijn de prijzen veel volatieler geworden dan enkele jaren geleden.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- De uitgaven voor energie liggen veel hoger dan gebudgetteerd.
- Samen met de prijzen is ook de volatiliteit ervan sterk toegenomen. Het is dan ook bijzonder moeilijk geworden om een inschatting te maken van de toekomstige evoluties van de gas- en elektriciteitsprijzen.
Beheersmaatregel en opvolging
- Op alle niveaus binnen lokaal bestuur Mortsel worden maatregelen genomen om het energieverbruik terug te dringen. Het gaat dan met name over de verwarming in de gebouwen, de openbare verlichting e.d.
- Een korte opvolging en monitoring van onze energie-uitgaven en het verbruik.
- De budgetten voor energie werden aanzienlijk verhoogd bij de vorige aanpassing van het meerjarenplan.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- De energieprijzen lagen begin 2024 aanzienlijk lager dan tijdens de piek in 2022. Dit vertaalde zich in uitgaven die lager uitvielen dan gebudgetteerd. Voorzichtigheid blijft echter geboden. Nieuwe prijsstijgingen blijven steeds mogelijk.
- De uitgaven voor energie worden van nabij opgevolgd.
Stijging van de materialenprijzen
Terug naar navigatie - Stijging van de materialenprijzenDe bovenvermelde toename van de algemene prijsniveaus is met name extra duidelijk voor wat betreft de prijzen van bouwmaterialen. Daar komt nog bovenop dat verschillende types materialen schaars zijn geworden waardoor ze soms niet geleverd kunnen worden, of enkel mits een lange levertijd.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- Lokaal bestuur Mortel heeft verschillende investeringsprojecten die lopend zijn of gepland staan. De budgetten die hiervoor werden voorzien, dreigen ontoereikend te zijn om deze werken volledig uit te voeren.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- De investeringsuitgaven van onze lopende en nieuwe projecten worden van nabij opgevolgd en gemonitord.
Oekraïnecrisis
Terug naar navigatie - OekraïnecrisisHet conflict in Oekraïne heeft gezorgd voor een vluchtelingenstroom naar o.a. België. Mortsel neemt haar verantwoordelijkheid op en verleent onderdak aan Oekraïense vluchtelingen.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- De uitgaven voor de opvang liggen hoger dan de toelagen die we hiervoor ontvangen vanuit Vlaanderen.
- Zolang er geen uitzicht is op een oplossing voor het conflict zal er opvang van vluchtelingen nodig blijven.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- Er werden in 2024 budgetten ingeschreven voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen.
FORT 4
Terug naar navigatie - FORT 4De restauratie en ontwikkeling van FORT 4 is een belangrijk project voor Mortsel. De komende jaren zullen er aanzienlijke investeringen gebeuren om op termijn diverse commerciële activiteiten te kunnen onderbrengen in het fort. Hoewel deze investeringen gedragen zullen worden door de speciaal daartoe opgerichte BV Fort 4, houdt het al dan niet slagen van dit project ook een risico in voor lokaal bestuur Mortsel.
Hieraan zijn volgende risico’s verbonden
- De ontwikkeling van het fort is een commercieel project waarvan de uiteindelijke rendabiliteit nog moet worden aangetoond. Als deze rendabiliteit zich niet zou realiseren zoals momenteel wordt ingeschat, kan dit voor lokaal bestuur Mortsel een financieel risico betekenen. Het AGB is immers een belangrijke aandeelhouder van BV Fort 4 en de Stad heeft zich borg gesteld voor de (nog op te nemen) lening van PMV aan de BV Fort 4.
Evaluatie in functie van het tweede kwartaalrapport 2024
- Het dossier FORT 4 wordt van nabij opgevolgd.