Bespreking van de cijfers, verklaring van de materiële verschillen en toelichting van de elementen die een buitengewone invloed hebben op het budgettaire resultaat

Inleiding tot de financiële bespreking

Terug naar navigatie - Inleiding

De cijfers worden besproken aan de hand van schema J2, de staat van het financieel evenwicht, en schema T2, de ontvangsten en uitgaven naar economische aard.

We maken twee soorten analyses: een vergelijking van de cijfers uit de jaarrekening (JR) met de budgetten uit het meerjarenplan (MJP) en een vergelijking van de cijfers uit de jaarrekening van dit jaar met die van vorig jaar.

Bespreking van de exploitatie, de investeringen en de financiering

Exploitatie

Terug naar navigatie - Inleiding exploitatie

Deze rubriek bevat de dagelijkse uitgaven en ontvangsten. Deze budgetten volgen we op aan de hand van een matrix die de gegevens opdeelt naar soort:

Uitgaven

 

 

Ontvangsten

 

60/61

goederen en diensten

 

70

verkopen en prestaties

62

lonen

 

73

fiscale ontvangsten

64

andere uitgaven

 

74

subsidies en recuperaties

649

toegestane subsidies

 

75

financiële ontvangsten

65

financiële uitgaven

 

 

 

Deze onderverdeling hanteren we ook bij de bespreking van de meerjarenplanning en in het kwartaalrapport. Het is een indeling die we ook terugvinden in het vennootschapsboekhouden en in het toelichtende schema T2 van de BBC.

Exploitatieontvangsten

Terug naar navigatie - Exploitatieontvangsten

II. Exploitatieontvangsten

JR 2023

MJP 2023

%

A. Operationele ontvangsten

72.872.633

72.033.371

101,2%

 1. Ontvangsten uit de werking

9.925.160

10.048.115

98,8%

 2. Fiscale ontvangsten en boetes

27.863.749

27.706.314

100,6%

 3. Werkingssubsidies

34.047.646

33.429.877

101,8%

 4. Recuperatie individuele hulpverlening

337.966

251.700

134,3%

 5. Andere operationele ontvangsten

698.111

597.365

116,9%

B. Financiële ontvangsten

1.398.888

1.402.390

99,8%

Totaal

74.271.521

73.435.761

101,1%

We registreerden iets meer ontvangsten dan budgettair vooropgesteld: 101,1%.

De ‘ontvangsten uit de werking’ liggen iets lager dan onze ramingen (98,8%). Ten opzichte van de realisatie van 2022 noteren we een stijging van 2,8%.

De realisatie van de ‘fiscale ontvangsten en boetes’ ligt mooi in lijn met onze ramingen (100,6%). We noteren evenwel een significante toename van 24% ten opzichte van 2022. Dit is in hoofdzaak te verklaren door de gestegen inkomsten uit de aanvullende belasting op de personenbelasting (+ 42%) omwille van een aanpassing van het ritme van de doorstortingen.

De twee grote belastingen die deze rubriek bepalen zijn (zie ook schema T2):

  • de opcentiemen op de onroerende voorheffing: de realisatie ligt in lijn met het vooropgestelde budget: 11,75 miljoen tegenover een realisatie van 11,70 miljoen.
  • bij aanvullende personenbelasting zien we een gelijkaardig verhaal: we ontvingen een bedrag van 12,91 miljoen ten opzichte van een budget van 12,68 miljoen euro.

We ontvingen iets meer werkingssubsidies dan voorzien (+1,8%). De belangrijkste werkingssubsidies die we ontvangen zijn:

  • de bijdrage van de overheid voor de bezoldiging van het onderwijzend personeel (14 miljoen euro),
  • Gemeentefonds (6,6 miljoen euro),
  • diverse Vlaamse werkingssubsidies (2,1 miljoen euro),
  • werkingstoelages onderwijs (1,4 miljoen euro),
  • dotatie responsabiliseringsbijdrage (1,3 miljoen euro).

De recuperatie van de individuele dienstverlening betreft de terugvorderingen bij de cliënten van de sociale dienst van het OCMW. Het gaat over terugvorderbare steunen of terugvorderingen naar aanleiding van fraude of correcties. Deze uitgavenpost is moeilijk te ramen en is afhankelijk van de beslissingen van het Bijzonder Comité Sociale Dienst. We zien een realisatiegraad van 134,3%.

De andere operationele opbrengsten realiseren zich boven budget (116,9%). We boekten meer recuperaties en schadevergoedingen dan gepland. Ook deze budgetpost is moeilijk te ramen en is afhankelijk van ongevallen en uitkeringen van de verzekering.

Onder de financiële ontvangsten vinden we de dividenden van onze deelnemingen. Het budget was afgestemd met de ramingen van onze partners en komt overeen met de realiteit.

Onderstaande grafiek geeft de verschillen in absolute cijfers weer tussen de realisatie en het budget voor boekjaar 2023.

Exploitatieuitgaven

Terug naar navigatie - Exploitatieuitgaven

I. Exploitatie-uitgaven

JR 2023

MJP 2023

%

A. Operationele uitgaven

67.218.175

68.348.038

98,3%

 1. Goederen en diensten

13.210.252

14.157.638

93,3%

 2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

41.834.626

41.783.302

100,1%

 3. Individuele hulpverlening door het OCMW

3.501.968

3.760.200

93,1%

 4. Toegestane werkingssubsidies

8.448.947

8.557.897

98,7%

 5. Andere operationele uitgaven

222.382

89.000

249,9%

B. Financiële uitgaven

1.555.375

1.615.920

96,3%

Totaal

68.773.550

69.963.958

98,3%

Voor wat betreft de exploitatieuitgaven realiseren we 98,3 % van de geraamde bedragen.

De grafiek laat zien dat een belangrijk verschil te vinden is bij de aankoop van goederen en diensten. Er werd 947.386 euro minder uitgegeven dan we begroot hadden.

De uitgaven voor energie kenden een sterke toename in 2022. Voor boekjaar 2023 zien we een terugkeer naar de niveaus van voor de energiecrisis. De uitgaven liggen dan ook merkelijk lager dan de budgetten die we voorzien hadden.

 

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Budget 2023

Elektriciteit

932.806

1.503.145

827.210

882.552

Gas

500.959

959.583

376.407

468.824

Verder stellen we vast dat onder andere de uitgaven voor schoonmaak en aankopen werkingsmateriaal lager uitvallen dan we begroot hadden.

De bezoldigingen realiseren zich voor 100,1%. De loonmassa stijgt met 3.251.246 euro tegenover 2022. Een aanzienlijk deel hiervan (1.173.402 euro) bestaat uit loonkosten die ten laste vallen van andere overheden. De toename van de categorie “C. Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel” kwam er, onder andere, door een forse toename van de responsabiliseringsbijdrage (+ 509.612 euro).

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

JR 2022

JR 2023

verschil

a. Politiek personeel

678.186

736.784

58.598

b. Vastbenoemd niet-onderwijzend personeel

7.872.917

7.968.154

95.237

c. Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel

16.002.627

17.784.158

1.781.531

d. Onderwijzend personeel ten laste van het bestuur

193.023

177.206

-15.816

e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden

12.789.605

13.963.007

1.173.402

f. Andere personeelskosten

841.107

938.067

96.960

g. Pensioenen

205.916

267.249

61.333

Totaal

38.583.380

41.834.626

3.251.246

De individuele hulpverlening door het OCMW blijft binnen het vooropgestelde budget, maar we zien wel een significante toename in vergelijking met de voorbije jaren. Dit is voornamelijk te verklaren door hogere uitgaven in het kader van de Oekraïnecrisis. Hier staan echter ook inkomsten tegenover.

We realiseerden 98,7% van de toegestane werkingssubsidies. Een detail van deze subsidies vindt u bij de documentatie die samen met deze jaarrekening aan de raad wordt voorgelegd.

De andere operationele uitgaven worden voor 249,9% gerealiseerd. Hierin vinden we onder andere de betaling van de onroerende voorheffing en minwaarden op de realisatie van operationele vorderingen.

De financiële uitgaven werden gerealiseerd voor 96,3%. De budgetten werden afgestemd met de leningsvooruitzichten van de banken.

Exploitatieresultaat en conclusie

Terug naar navigatie - Exploitatieresultaat en conclusie

Resultaten

 

JR 2023

MJP 2023

%

Verschil

I. Exploitatiesaldo

(a-b)

5.497.971

3.471.803

 

2.026.168

 a. Ontvangsten

 

74.271.521

73.435.761

101,1%

 

 b. Uitgaven

 

68.773.550

69.963.958

98,3%

 

Het exploitatieresultaat is aanzienlijk beter dan gebudgetteerd: we noteren een positief exploitatiesaldo van 5.497.971 euro.

Dit goede resultaat verklaart ook de toename van de autofinancieringsmarges: deze indicatoren zetten dit resultaat af tegenover de leningslasten.

Ten opzichte van 2022 stellen we vast dat onze exploitatieontvangsten toenemen met 12% (+ 7.946.730 euro). De exploitatieuitgaven kennen een minder sterkere groei van 4,5% (+ 2.984.972 euro). Dit maakt dat het exploitatieresultaat toeneemt van 536.213 euro in 2022 tot 5.497.971 euro in 2023.

De sterke toename van onze ontvangsten (voornamelijk de fiscale ontvangsten) hebben een grote invloed op de cijfers van 2023. Het exploitatiesaldo kent een sterke toename en zorgt ervoor dat de autofinancieringsmarge positief wordt.

Investeringen

Terug naar navigatie - Inleiding investeringen

Uit het schema J2 kunnen we de realisatie van de investeringsbudgetten afleiden:

Resultaten

 

JR 2023

MJP 2023

%

Verschil

II. Investeringssaldo

(a-b)

-11.732.261

-18.603.179

 

6.877.959

 a. Ontvangsten

 

3.152.278

10.119.855

31,1%

 

 b. Uitgaven

 

14.884.539

28.723.034

51,8%

 

We realiseren 51,8% van onze geraamde investeringsuitgaven en 31,1% van onze investeringsontvangsten.

Investeringontvangsten

Terug naar navigatie - Investeringontvangsten

Doorheen het jaar volgen we de investeringsbudgetten op per investeringsproject. Per project registreerden we de volgende ontvangsten:

Investeringsontvangsten

JR 2023

MJP 2023

IP-03 STADSTERRAS

1.867.267

1.810.000

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

305

4.437.760

IP-05 OPTIMALISATIE PATRIMONIUM

10.800

1.082.000

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

0

1.643.381

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

0

25.800

IP-12 EXTERNE BESTUREN

995.755

1.048.900

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

60.612

0

IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS

53.979

0

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

163.560

19.764

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

0

52.250

Totaal

3.152.278

10.119.855

  • IP-03: we ontvingen de eerste betaling in het kader van de verkoop van het project “Stadsterras”,
  • IP-04: er zijn nog geen inkomsten vanuit de verkoop van de Sint Benedictussite,
  • IP-05: we registreerden de laatste schijf van de verkopen van het project Perenpit,
  • IP-06: we ontvingen nog geen subsidies voor de fietsostrade,
  • IP-12: we ontvingen bedragen voor de DBFM van de scholen en VIPA-subsidies voor het woonzorgcentrum,
  • IP-20: we ontvingen een subsidie van 60.612 euro voor veilige schoolroutes,
  • IP-21: we ontvingen 53.979 euro van Fluvius in het kader van de overname van de openbare verlichting,
  • IP-24: de Mortselse scholen hebben recht op een subsidie voor de digisprong. Deze gelden werden deels in 2021 en 2022 ontvangen, maar worden naarmate de gemaakte uitgaven in resultaat genomen.

Investeringsuitgaven

Terug naar navigatie - Investeringsuitgaven

We realiseerden 51,8% van de budgetten die we voorzagen voor de investeringsuitgaven.

 

investeringsuitgaven

Actieplan

JR 2023

MJP 2023

IP-01 STADHUIS

2.1.1

4.777.140

10.060.971

IP-03 STADSTERRAS

 

950.553

1.214.441

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3

4.193.288

5.514.908

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2

1.370.754

4.274.418

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5

1.813.560

2.216.653

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

160.653

1.722.995

IP-10 RUP's

1.1.3

0

110.736

IP-11 ROERENDE GOEDEREN

 

141.433

977.616

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

320.345

337.559

IP-13 ICT

 

88.200

407.564

IP-14 REALISATIE BUURTHUIZEN

3.1.2

0

2.000

IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM

2.1.4

169.655

382.692

IP-16 VERBETEREN WEBSITE

4.2.1

0

6.154

IP-17 TALENTMANAGEMENT

6.3.1

0

0

IP-19 TRAGE WEGENNETWERK

1.3.1

0

73.300

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3

155.329

228.697

IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS

 

327.698

0

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1

87.854

723.384

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1

167.696

244.261

IP-25 RENOVATIE GAW MEERMINNE

3.4.3

18.132

112.000

IP-26 BURGEMEESTERSCONVENANT

1.2.1

90.147

60.435

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

5.2.4

52.103

52.250

Totaal

 

14.884.539

28.723.034

Deze lage realisatiegraad heeft te maken met het vertragen van een aantal grote investeringsprojecten, maar is grotendeels eigen aan de manier waarop BBC werkt: bij een gunning moet het ganse budget voorhanden zijn. De jaarrekening rapporteert echter niet over de bestelde bedragen, maar over wat er effectief gefactureerd is. Indien er een project van 10 miljoen gegund werd in 2023 zal dit budget voorzien zijn, maar als er op 31 december geen factuur voor dat project is geboekt zal de realisatiegraad 0% zijn.

Sommige investeringsprojecten zijn gelinkt aan een actieplan, dat in de tweede kolom van de tabel wordt weergegeven. De actieplannen en de realisatie van hun budgetten worden in detail besproken in de beleidsevaluatie. De investeringen die niet aan een actieplan gelinkt zijn worden hieronder verder toegelicht.

  • IP-03: Voor het project Stadsterras werd er 950.553 euro uitgegeven voor de bouw van de ondergrondse parking;
  • IP-09: We realiseerden tal van ingrepen en onderhoudswerken aan ons patrimonium;
  • IP-11: We investeerden in een gecombineerde machine voor onkruidbestrijding en diverse kleinere investeringen zoals fietsen, meubilair, muziekinstrumenten en dergelijke;
  • IP-12: Op deze plaats budgetteerden we de investeringstoelagen voor de hulpverleningszone en de erediensten;
  • IP-13: Op het vlak van ICT werden onder andere nieuwe telefoontoestellen aangekocht voor het woonzorgcentrum en laptops en smartboards voor de scholen in het kader van de digisprong;
  • IP-21: De deelname van Fluvius werd conform de richtlijnen van de centrale overheid ingeboekt.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

De niet-aangewende uitgaven en ontvangsten werden eind februari door het vast bureau en het college van burgemeester en schepenen integraal overgedragen naar 2024.

Financiering

Terug naar navigatie - Inleiding financiering

Resultaten

 

JR 2023

MJP 2023

%

Verschil

IV. Financieringssaldo

(a-b)

-2.688.578

12.236.535

 

-14.925.113

 a. Ontvangsten

 

532.006

15.204.335

3,5%

 

 b. Uitgaven

 

3.220.584

2.967.800

108,5%

 

Financieringsontvangsten

Terug naar navigatie - Financieringsontvangsten

De ontvangsten op de financieringsrubriek bestaan uit verschillende elementen:

  • De participatie van Fluvius, die conform de richtlijnen van het bestuurlijk toezicht werd ingeboekt, genereert een ontvangst op deze rubriek van 327.673 euro,
  • Het AGB betaalde in 2023 een schijf van 200.333 euro terug van de lening die de stad haar ter beschikking stelde,
  • De Kompanie betaalde 4.000 euro aan renteloze leningen terug.

In het meerjarenplan werd een opname van een overbruggingskrediet van 15.000.000 euro voorzien. In realiteit werd er een bedrag van 4.000.000 euro opgenomen onder de vorm van commercial paper. Vermits deze opname gebeurde voor een periode korter dan 1 jaar, wordt ze niet opgenomen in bovenstaand schema.

Financieringsuitgaven

Terug naar navigatie - Financieringsuitgaven

De uitgaven bestaan uit de kapitaalsaflossingen van onze diverse leningen ten belope van 3.108.563 euro en de terugbetaling van een lening bij IGEAN ten belope van 112.021 euro.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Vermits een groot deel van de voorziene investeringsuitgaven zich niet realiseerden in 2023 maar werden doorgeschoven naar 2024, was er lager dan voorziene financieringsnood in 2023. Er was dan ook geen noodzaak om al een nieuwe langlopende lening op te nemen. In de realiteit werd er gekozen om ons te financieren met kortlopend commercial paper ten belope van 4.000.000 euro. Vermits dit schuldpapier een looptijd heeft korter dan 1 jaar, wordt het niet opgenomen in de wettelijke schema’s. Dit resulteert in een negatief financieringssaldo. 

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

De exploitatie, de investeringen en de financiering bepalen samen het budgettair resultaat van het boekjaar. Deze bedragen komen samen in het schema J2.

 

Resultaten

JRR 2023

MJP 2023

%

Verschil

I. Exploitatiesaldo

5.497.971

3.471.803

 

2.026.168

 a. Ontvangsten

74.271.521

73.435.761

101,1%

 

 b. Uitgaven

68.773.550

69.963.958

98,3%

 

II. Investeringssaldo

-11.732.261

-18.603.179

 

6.870.918

 a. Ontvangsten

3.152.278

10.119.855

31,1%

 

 b. Uitgaven

14.884.539

28.723.034

51,8%

 

III. Saldo exploitatie en investeringen

-6.234.290

-15.131.376

 

 

IV. Financieringssaldo

-2.688.578

12.236.535

 

-14.925.113

 a. Ontvangsten

532.006

15.204.335

3,5%

 

 b. Uitgaven

3.220.584

2.967.800

108,5%

 

V. Budgettair resultaat van het boekjaar

-8.922.868

-2.894.841

 

 

VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar

5.357.043

5.357.043

 

 

VII. Gecumuleerd budgettair resultaat

-3.565.825

2.462.202

 

 

VIII. Onbeschikbare gelden

0

0

 

 

IX. Beschikbaar budgettair resultaat

-3.565.825

2.462.202

 

 

Lokaal bestuur Mortsel sluit 2023 af met een beschikbaar budgettair resultaat van – 3.565.825 euro. Dit is een sterke daling ten opzichte van 2022. Dit verschil kan als volgt verklaard worden:

  • het exploitatieresultaat is aanzienlijk beter dan voorzien;
  • verschillende investeringen zijn niet gerealiseerd in 2023, waardoor het uitgavenbudget van 28,7 miljoen euro slechts ten belope van 14,9 miljoen euro werd gerealiseerd;
  • omdat er minder investeringen moesten betaald worden, werd ook de voorziene lening niet opgenomen. Daardoor is de realisatiegraad van de financieringsontvangsten laag.

Het budgettair resultaat van 2023 zal met de volgende aanpassing aan het meerjarenplan worden ingeschreven als beginbedrag voor 2024.

Staat van het financieel evenwicht

Terug naar navigatie - Inleiding financieel evenwicht

Het meerjarenplan 2020-2025 voldeed aan de evenwichten die de wetgever ons oplegt. Ook de aanpassing van dit meerjarenplan, goedgekeurd in de gemeenteraad van december 2023, blijft deze evenwichten respecteren. De BBC legt ons nog een aantal structurele evenwichten op, die we in het schema J2 kunnen opvolgen.

Beschikbaar budgettair resultaat

Terug naar navigatie - Beschikbaar budgettair resultaat

Het beschikbaar budgettair resultaat moet steeds groter zijn dan nul. In elk jaar van de meerjarenplanning moet deze waarde positief zijn. De som van de exploitatie, investeringen en financiering moet -  na verrekening van het beginsaldo vanuit het vorige boekjaar - resulteren in een positief saldo.

 

 

JR 2023

MJP 2023

IX. Beschikbaar budgettair resultaat

(VII-VIII)

-3.565.825

2.462.202

We stelden een positief saldo van 2.462.202 euro voorop in de meerjarenplanning. De jaarrekening klokt af op een negatief bedrag van - 3.565.825 euro. Het minder goed investerings- en financieringssaldo wordt slechts ten dele gecompenseerd door het beter dan verwachte exploitatiesaldo.

Autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge (AFM) geeft de verhouding weer van het resultaat van de exploitatie en de kapitaalsaflossingen van de leningen. Het overschot op de exploitatie moet groter zijn dan de te betalen leningslasten. Zo toont het bestuur aan dat het in staat is haar verplichtingen tegenover haar schuldeisers te kunnen nakomen. Deze evenwichtsvoorwaarde geldt niet voor het AGB. Stad en OCMW - die geconsolideerd rapporteren - moeten hier wel aan voldoen.

Autofinancieringsmarge

 

JR 2023

MJP 2023

I. Exploitatiesaldo

 

5.497.971

3.471.803

II. Netto periodieke aflossingen

(a-b)

2.020.496

1.714.565

 a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen

 

3.220.584

2.967.800

 b. Periodieke terugvordering leningen

 

1.200.088

1.253.235

III. Autofinancieringsmarge

(I-II)

3.477.475

1.757.238

We zijn in het meerjarenplan uitgegaan van een positieve AFM van 1.757.238 euro. Het beter dan verwachte exploitatieresultaat zorgt er voor dat ook de AFM aanzienlijk hoger uitvalt dan voorzien: 3.477.475 euro.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde autofinancieringsmarge (GAFM). Deze waarde is indicatief, de wetgever verbond er geen evenwichtsvoorwaarde aan. Deze indicator geeft de autofinancieringsmarge weer die berekend is op basis van de lopende en ingeschreven leningen die fictief aan 8% per jaar worden afgelost. De ‘gewone’ autofinancieringsmarge vertrekt van de reëel ingeschreven kapitaalsaflossingen.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

 

JR 2023

MJP 2023

I. Autofinancieringsmarge

 

3.477.475

1.757.238

II. Correctie op de periodieke aflossingen

(a-b)

-1.004.116

-1.256.900

 a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen

 

3.220.584

2.967.800

 b. Aangewezen aflossingen o.b.v. de financiële schulden

4 695 350

4.224.700

III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

(I+II)

2.473.359

500.338

Net zoals de gewone AFM is ook de gecorrigeerde AFM beter dan wat we gebudgetteerd hadden: 2.473.359 euro ten opzichte van een gebudgetteerde gecorrigeerde AFM van 500.338 euro.

Mortsel financiert zich op een langere termijn dat wat de GAFM simuleert. Daarom is het verschil tussen de AFM en de GAFM groot.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Het beschikbaar budgettair resultaat in de jaarrekening is minder goed dan wat we voorzagen in het meerjarenplan. De (gecorrigeerde) autofinancieringsmarge is positief en beter dan gebudgetteerd.