Financiële bespreking

Inleiding financiële bespreking

Terug naar navigatie - Inleiding

De cijfers worden besproken aan de hand van schema J2, de staat van het financieel evenwicht, en schema T2, de ontvangsten en uitgaven naar economische aard.

We maken twee soorten analyses: een vergelijking van de cijfers uit de jaarrekening (JR) met de budgetten uit het meerjarenplan (MJP) en een vergelijking van de cijfers uit de jaarrekening van dit jaar met die van vorig jaar.

Bespreking van de exploitatie, de investeringen en de financiering

Exploitatie

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze rubriek bevat de dagelijkse uitgaven en ontvangsten. Deze budgetten volgen we op aan de hand van een matrix die de gegevens opdeelt naar soort:

Uitgaven

 

 

Ontvangsten

 

60/61

goederen en diensten

 

70

verkopen en prestaties

62

lonen

 

73

fiscale ontvangsten

64

andere uitgaven

 

74

subsidies en recuperaties

649

toegestane subsidies

 

75

financiële ontvangsten

65

financiële uitgaven

 

 

 

Deze onderverdeling hanteren we ook bij de bespreking van de meerjarenplanning en in het kwartaalrapport. Het is een indeling die we ook terugvinden in het vennootschapsboekhouden en in het toelichtende schema T2 van de BBC.

Exploitatieontvangsten

Terug naar navigatie - Exploitatieontvangsten
 

II. Exploitatieontvangsten

JRR 2024

MJP 2024

%

A. Operationele ontvangsten

72.792.143

73.979.449

98,4%

  1. Ontvangsten uit de werking

9.279.225

9.757.840

95,1%

  2. Fiscale ontvangsten en boetes

24.845.250

26.493.754

93,8%

  3. Werkingssubsidies

36.726.584

36.188.715

101,5%

  4. Recuperatie individuele hulpverlening

501.642

282.700

177,4%

  5. Andere operationele ontvangsten

1.439.441

1.256.440

114,6%

B. Financiële ontvangsten

1.380.164

1.421.140

97,1%

TOTAAL ONTVANGSTEN

74.172.308

75.400.589

98,4%

 

We registreerden iets minder exploitatieontvangsten dan budgettair vooropgesteld: 98,4%.

De ‘ontvangsten uit de werking’ liggen lager dan onze ramingen (95,1%). Ten opzichte van de realisatie van 2023 noteren we een daling met 6,5%. Dit is onder andere te wijten aan de gedaalde inkomsten uit het woonzorgcentrum.

De realisatie van de ‘fiscale ontvangsten en boetes’ ligt met een realisatiegraad van 93,8% lager dan begroot. We noteren evenwel een daling met 10% ten opzichte van de uitzonderlijk hoge inkomsten uit 2023.

De twee grote belastingen die deze rubriek bepalen zijn (zie ook schema T2):

  • De opcentiemen op de onroerende voorheffing. De realisatie ligt lager dan het vooropgestelde budget: een realisatie van 11,53 miljoen euro ten opzichte van een budget van 12,23 miljoen euro.
  • De aanvullende personenbelasting. Hier zien we een gelijkaardig verhaal. We ontvingen een bedrag van 10,11 miljoen euro ten opzichte van een budget van 10,92 miljoen euro. In 2023 ontvingen we een eenmalig aanzienlijk verhoogd bedrag. Voor 2024 stellen we, samen met de meeste andere lokale besturen, vast dat de effectieve stortingen 7 à 8% lager liggen dan de ramingen die we ontvingen.

We ontvingen iets meer werkingssubsidies dan voorzien (+1,5%). De belangrijkste werkingssubsidies die we ontvangen zijn:

  • de bijdrage van de overheid voor de bezoldiging van het onderwijzend personeel (14,7 miljoen euro),
  • Gemeentefonds (6,7 miljoen euro),
  • dotatie responsabiliseringsbijdrage (1,8 miljoen euro),  
  • werkingstoelagen onderwijs (1,4 miljoen euro).

De recuperatie van de individuele dienstverlening betreft de terugvorderingen bij de cliënten van de sociale dienst van het OCMW. Het gaat over terugvorderbare steun of terugvorderingen naar aanleiding van fraude of correcties. Deze uitgavenpost is moeilijk te ramen en is afhankelijk van de beslissingen van het Bijzonder Comité Sociale Dienst. We zien een realisatiegraad van 177,4%.

De andere operationele opbrengsten realiseren zich boven budget (114,6%). We boekten meer recuperaties en schadevergoedingen dan gepland. Het in 2024 ontvangen legaat is vervat in deze categorie. Ook deze budgetpost is te moeilijk te ramen en is onder andere afhankelijk van ongevallen en uitkeringen van de verzekering.

Onder de financiële ontvangsten vinden we de dividenden van onze deelnemingen. Deze ontvangsten liggen in lijn met de ramingen.

Onderstaande grafiek geeft de verschillen in absolute cijfers weer tussen de realisatie en het budget voor boekjaar 2024.

Exploitatieuitgaven

Terug naar navigatie - Exploitatieuitgaven
 

I. Exploitatie-uitgaven

JRR 2024

MJP 2024

%

A. Operationele uitgaven

69.936.066

70.438.920

99,3%

 1. Goederen en diensten

13.562.605

14.389.041

94,3%

 2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

43.984.217

43.615.255

100,8%

 3. Individuele hulpverlening door het OCMW

3.642.980

3.608.700

100,9%

 4. Toegestane werkingssubsidies

8.659.966

8.725.824

99,2%

 5. Andere operationele uitgaven

86.299

100.100

86,2%

B. Financiële uitgaven

1.742.203

1.772.400

98,3%

TOTAAL UITGAVEN

71.678.269

72.211.320

99,3%

 

Voor wat betreft de exploitatieuitgaven realiseren we 99,3 % van de geraamde bedragen.

De grafiek laat zien dat een belangrijk verschil te vinden is bij de aankoop van goederen en diensten. Er werd 826.436 euro minder uitgegeven dan we begroot hadden.

De uitgaven voor energie kenden een sterke toename in 2022. In boekjaar 2023 zagen we een terugkeer naar de niveaus van voor de energiecrisis. De uitgaven van 2024 liggen nog iets lager dan in 2023. We stellen wel vast dat de uitgaven hoger liggen dan de voorziene budgetten.

 

 

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Budget

2024

Elektriciteit

1.503.145

827.210

646.072

573.700

Gas

959.583

376.407

315.899

294.000

 

Verder zien we dat onder andere de uitgaven voor erelonen en vergoedingen, aankopen van werkingsmateriaal en onderhoud en herstellingen lager uitvallen dan we begroot hadden. De uitgaven voor uitzendkrachten en services ICT lagen iets boven budget.

De bezoldigingen realiseren zich voor 100,8%. De loonmassa stijgt met 2.149.590 euro tegenover 2023. Een aanzienlijk deel hiervan (743.543 euro) bestaat uit loonkosten die ten laste vallen van andere overheden.

De werkelijke loonkost van het vastbenoemd personeel is status quo ten opzichte van 2023. De toename van deze looncategorie is integraal toe te schrijven aan de gestegen responsabiliseringsbijdrage.

De toename van de categorie “Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel” kwam er onder andere door een toename van de sociale tewerkstelling.

 

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

JRR 2023

JRR 2024

Verschil

a. Politiek personeel

736.784

707.378

-29.406

b. Vastbenoemd niet-onderwijzend personeel

7.968.154

8.866.071

897.917

c. Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel

17.784.158

18.289.978

505.820

d. Onderwijzend personeel ten laste van het bestuur

177.206

200.076

22.869

e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden

13.963.007

14.706.460

743.453

f. Andere personeelskosten

938.067

931.068

-6.999

g. Pensioenen

267.249

283.185

15.936

TOTAAL

41.834.626

43.984.217

2.149.590

 

De individuele hulpverlening door het OCMW overschrijdt het budget licht. We stellen bovendien vast dat de stijgende tendens van de voorbije jaren zich verderzet. We zien met name een verdere toename van de uitgekeerde leeflonen en van de tussenkomst in de verblijfkosten van door het OCMW gesteunde residenten.

We realiseerden 99,2% van de toegestane werkingssubsidies. Een detail van deze subsidies vindt u bij de documentatie die samen met deze jaarrekening aan de raad wordt voorgelegd.

De andere operationele uitgaven worden voor 86,2% gerealiseerd. Hierin vinden we onder andere de betaling van de (on)roerende voorheffing en minwaarden op de realisatie van operationele vorderingen.

De financiële uitgaven werden gerealiseerd voor 98,3%. De budgetten werden afgestemd met de leningsvooruitzichten van de banken.

Exploitatieresultaat

Terug naar navigatie - Exploitatieresultaat

Resultaten

 

JRR 2024

MJP 2024

%

Verschil

I. Exploitatiesaldo

(a-b)

2.494.039

3.189.270

 

-695.231

 a. Ontvangsten

 

74.172.308

75.400.589

98,4%

 

 b. Uitgaven

 

71.678.269

72.211.320

99,3%

 

 

We noteren een positief exploitatiesaldo van 2.494.039 euro, wat lager uitvalt dan geraamd.

Het exploitatieresultaat is wel nog voldoende hoog om te eindigen met een positieve autofinancieringsmarge: deze indicator zet dit resultaat af tegenover de leningslasten.

Ten opzichte van 2023 stellen we vast dat de exploitatieontvangsten stabiel blijven (– 0,1%). De exploitatieuitgaven kennen echter een groei van 4,2%. Dit maakt dat het exploitatieresultaat afneemt van 5.497.971 euro in 2023 tot 2.494.039 euro in 2024.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

De twee belangrijkste belastinginkomsten (opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelasting) realiseren zich onder budget waardoor de exploitatieontvangsten globaal gezien gelijk blijven. De exploitatieuitgaven blijven binnen de budgettaire grenzen, maar stijgen wel ten opzichte van 2023. De combinatie van deze twee bewegingen resultaat in een lager exploitatiesaldo.

Investeringen

Terug naar navigatie - Inleiding

Uit het schema J2 kunnen we de realisatie van de investeringsbudgetten afleiden:

Resultaten

 

JRR 2024

MJP 2024

%

Verschil

II. Investeringssaldo

(a-b)

-8.939.882

-11.534.492

 

2.594.610

 a. Ontvangsten

 

4.499.969

4.999.255

90,0%

 

 b. Uitgaven

 

13.439.850

16.533.747

81,3%

 

 

We realiseren 81,3% van onze geraamde investeringsuitgaven en 90,0% van onze investeringsontvangsten.

Investeringsontvangsten

Terug naar navigatie - Investeringsontvangsten

Doorheen het jaar volgen we de investeringsbudgetten op per investeringsproject. Per project registreerden we de volgende ontvangsten:

Investeringsontvangsten

JRR 2024

MJP 2024

IP-03 STADSTERRAS

1.088.451

1.393.240

IP-05 OPTIMALISATIE PATRIMONIUM

1.777.526

2.100.000

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

401.953

410.515

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

79.750

79.750

IP-12 EXTERNE BESTUREN

1.009.210

1.009.145

IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS

53.979

0

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

89.099

6.605

Eindtotaal

4.499.969

4.999.255

 

  • IP-03: We ontvingen opnieuw enkele deelbetalingen in het kader van de verkoop van het project “Stadsterras”.
  • IP-05: Hier werden de inkomsten van de verkoop van de site “de Populier” en een perceel grond geboekt.
  • IP-06: Voor verschillende wegenwerken ontvingen we subsidies of werd een deel van de werken doorgefactureerd aan andere partijen.
  • IP-08: We ontvingen een eerst schijf van de subsidie voor de aankoop van het gebouw aan de Van Peborghlei.
  • IP-12: We ontvingen bedragen voor de DBFM van de scholen en VIPA-subsidies voor het woonzorgcentrum.
  • IP-21: We ontvingen 53.979 euro van Fluvius in het kader van de overname van de openbare verlichting.  
  • IP-24: De Mortselse scholen hebben recht op een subsidie voor de digisprong. Deze gelden werden deels in 2021 en 2022 ontvangen, maar worden naarmate de gemaakte uitgaven in resultaat genomen.

Investeringsuitgaven

Terug naar navigatie - Investeringsuitgaven

We realiseerden 81,3% van de budgetten die we voorzagen voor de investeringsuitgaven.

 

Investeringsuitgaven

Actieplan

JRR 2024

MJP 2024

IP-01 STADHUIS

2.1.1

8.469.696

9.263.364

IP-03 STADSTERRAS

 

240.587

231.388

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3

1.696.865

2.098.468

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2

1.055.290

1.404.255

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5

262.679

261.000

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

175.500

562.434

IP-10 RUP's

1.1.3

79.597

120.735

IP-11 ROERENDE GOEDEREN

 

281.814

507.110

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

294.336

330.106

IP-13 ICT

 

289.857

423.232

IP-14 REALISATIE BUURTHUIZEN

3.1.2

0

0

IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM

2.1.4

9.580

160.505

IP-19 TRAGE WEGENNETWERK

1.3.1

0

73.300

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3

75.429

242.925

IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS

 

280.696

425.000

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1

102.593

80.000

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1

87.118

167.770

IP-25 RENOVATIE GAW MEERMINNE

3.4.3

0

144.643

IP-26 BURGEMEESTERSCONVENANT

1.2.1

3.427

2.511

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

5.2.4

34.786

35.000

Eindtotaal

 

13.439.850

16.533.747

 

Sommige investeringsprojecten zijn gelinkt aan een actieplan, dat in de tweede kolom van de tabel wordt weergegeven. De actieplannen en de realisatie van hun budgetten worden in detail besproken in de beleidsevaluatie. De investeringen die niet aan een actieplan gelinkt zijn worden hieronder verder toegelicht.

  • IP-03: Voor het project Stadsterras werd er 240.587 euro uitgegeven voor de bouw van de ondergrondse parking.
  • IP-09: We realiseerden tal van ingrepen en onderhoudswerken aan ons patrimonium.
  • IP-11: We investeerden onder andere in bomen, planten en allerlei materiaal voor de groendienst, herstellingen van speeltuinen, machines voor de technische dienst en diverse kleinere investeringen zoals fietsen, meubilair, muziekinstrumenten en dergelijke.
  • IP-12: Op deze plaats budgetteerden we de investeringstoelagen voor de hulpverleningszone en de erediensten.
  • IP-13: Op het vlak van ICT werd, naast de recurrente investeringen in laptops en ander ICT-materiaal, geïnvesteerd in smartboards voor de Parkschool en de vernieuwing van het netwerk van ABK. Door het afsluiten van een “Enterprise Agreement” met Cisco verzekeren we ons van voordelige prijzen voor de diverse licenties die we bij hen afnemen.  
  • IP-21: De deelname van Fluvius werd conform de richtlijnen van de centrale overheid ingeboekt.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Het investeringssaldo is 2,6 miljoen euro beter dan geraamd. De niet-aangewende uitgaven en ontvangsten werden eind februari door het vast bureau en het college van burgemeester en schepenen overgedragen naar 2025.

Financiering

Terug naar navigatie - Inleiding

Resultaten

 

JRR 2024

MJP 2024

%

Verschil

IV. Financieringssaldo

(a-b)

11.978.040

12.282.055

 

-304.015

 a. Ontvangsten

 

15.326.030

15.621.855

98,1%

 

 b. Uitgaven

 

3.347.990

3.339.800

100,2%

 

 

Financieringsontvangsten

Terug naar navigatie - Financieringsontvangsten

De ontvangsten in deze rubriek bestaan uit verschillende elementen:

  • We namen een nieuwe lening op van 14,8 miljoen euro.
  • De participatie van Fluvius die conform de richtlijnen van het bestuurlijk toezicht werd ingeboekt, genereert een ontvangst op deze rubriek van 280.696 euro.
  • Het AGB betaalde in 2024 een schijf van 191.333 euro terug van de lening die de stad haar ter beschikking stelde.
  • De Kompanie betaalde 4.000 euro aan renteloze leningen terug.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

We zien hoge realisatiegraden, zowel bij de investeringen als bij de financiering. Het investeringssaldo was 2,6 miljoen euro beter dan geraamd. Het financieringssaldo wijkt slechts in beperkte mate af van de ramingen.

Samenvatting

Terug naar navigatie - Conclusie

De exploitatie, de investeringen en de financiering bepalen samen het budgettair resultaat van het boekjaar. Deze bedragen komen samen in het schema J2.

 

Resultaten

JRR 2024

MJP 2024

%

Verschil

I. Exploitatiesaldo

2.494.039

3.189.270

 

-695.231

 a. Ontvangsten

74.172.308

75.400.589

98,4%

 

 b. Uitgaven

71.678.269

72.211.320

99,3%

 

II. Investeringssaldo

-8.939.882

-11.534.492

 

2.594.610

 a. Ontvangsten

4.499.969

4.999.255

90,0%

 

 b. Uitgaven

13.439.850

16.533.747

81,3%

 

III. Saldo exploitatie en investeringen

-6.445.843

-8.345.222

 

 

IV. Financieringssaldo

11.978.040

12.282.055

 

-304.015

 a. Ontvangsten

15.326.030

15.621.855

98,1%

 

 b. Uitgaven

3.347.990

3.339.800

100,2%

 

V. Budgettair resultaat van het boekjaar

5.532.196

3.936.833

 

 

VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar

-3.565.825

-3.565.825

 

 

VII. Gecumuleerd budgettair resultaat

1.966.371

371.008

 

 

VIII. Onbeschikbare gelden

0

0

 

 

IX. Beschikbaar budgettair resultaat

1.966.371

371.008

 

 

 

Lokaal bestuur Mortsel sluit 2024 af met een beschikbaar budgettair resultaat van 1.966.371 euro. Dit is een sterke stijging ten opzichte van 2023. Dit verschil kan als volgt verklaard worden:

  • Het exploitatieresultaat is lager dan voorzien;
  • Het investeringssaldo is 2,6 miljoen euro beter dan geraamd..
  • De opname van een nieuwe lening, die oorspronkelijk was voorzien in 2023, vond uiteindelijk plaats in 2024 waardoor er een financieringssaldo is van bijna 12 miljoen euro.

Het budgettair resultaat van 2024 zal met de volgende aanpassing aan het meerjarenplan worden ingeschreven als beginbedrag voor 2025.

Evenwichten

Gecumuleerd budgettair resultaat

Terug naar navigatie - Gecumuleerd budgettair resultaat

Het gecumuleerd resultaat dient steeds positief te zijn. Dit evenwicht wordt berekend in schema M2 en rapporteert zowel het gecumuleerd budgettair resultaat van de stad en OCMW enerzijds en het AGB anderzijds.

Zowel het lokaal bestuur als het AGB voldoen aan de opgelegde evenwichten.

Autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge (AFM) is de verhouding tussen het exploitatiesaldo en de kapitaalsaflossingen. Deze indicator geeft aan in hoeverre ons bestuur in staat is om haar leningen terug te betalen.

De onderstaande grafiek geeft de evolutie van de AFM weer voor de periode 2024-2026 voor het lokaal bestuur.

  • De aangepaste ramingen van boekjaar 2024 maken dat de AFM aanzienlijk hoger uitvalt dan initieel begroot.
  • De wijzigingen aan het meerjarenplan die nu voorliggen maken dat de AFM verbetert. Dit komt omdat het exploitatieresultaat gunstig evolueert. Ook voor 2026 en 2027 verwachten we een positieve AFM.
  • De AFM dient positief te zijn in het laatste jaar van het meerjarenplan (in casu 2025). Dit is het geval.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde AFM geeft een ratio weer in functie van een fictieve aflossingslast: de wetgever simuleert deze leningslast aan een aflossingstempo van 8% per jaar. Deze waarde verschilt sterk voor Mortsel omwille van twee redenen:

  • de effectieve leningen worden op minder dan 8% verrekend,
  • een aantal leningen wordt gerecupereerd via VIPA en Scholen voor Morgen. Deze recuperatie mag niet verrekend worden in de gecorrigeerde AFM.

Deze ratio is indicatief en niet bindend. Omdat de correcties tegenover de AFM dezelfde zijn over de jaren heen, zien we dezelfde tendensen terugkomen als bij de ‘gewone’ AFM.

De staat van het financieel evenwicht

Terug naar navigatie - Inleiding

Het meerjarenplan 2020-2025 voldeed aan de evenwichten die de wetgever ons oplegt. Ook de aanpassing van dit meerjarenplan, goedgekeurd in de gemeenteraad van november 2024, blijft deze evenwichten respecteren. De BBC legt ons nog een aantal structurele evenwichten op, die we in het schema J2 kunnen opvolgen. 

Beschikbaar budgettair resultaat

Terug naar navigatie - Beschikbaar budgettair resultaat

Het beschikbaar budgettair resultaat moet steeds groter zijn dan nul. In elk jaar van de meerjarenplanning moet deze waarde positief zijn. De som van de exploitatie, investeringen en financiering moet -  na verrekening van het beginsaldo vanuit het vorige boekjaar - resulteren in een positief saldo.

Resultaten

 

Jaarrekening

Meerjarenplan

IX. Beschikbaar budgettair resultaat

(VII-VIII)

1.966.371

371.008

 

We stelden een positief saldo van 371.008 euro voorop in de meerjarenplanning. De jaarrekening klokt af op een bedrag van 1.966.371 euro. Het betere investeringssaldo is hiervan de belangrijkste oorzaak.

Autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge (AFM) geeft de verhouding weer van het resultaat van de exploitatie en de kapitaalsaflossingen van de leningen. Het overschot op de exploitatie moet groter zijn dan de te betalen leningslasten. Zo toont het bestuur aan dat het in staat is haar verplichtingen tegenover haar schuldeisers te kunnen nakomen. Deze evenwichtsvoorwaarde geldt niet voor het AGB. Stad en OCMW - die geconsolideerd rapporteren - moeten hier wel aan voldoen.

 

Autofinancieringsmarge

 

Jaarrekening

Meerjarenplan

I. Exploitatiesaldo

 

2.494.039

3.189.270

II. Netto periodieke aflossingen

(a-b)

2.144.615

2.109.905

 a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen

 

3.347.990

3.339.800

 b. Periodieke terugvordering leningen

 

1.203.375

1.229.895

III. Autofinancieringsmarge

(I-II)

349.424

1.079.365

 

We zijn in het meerjarenplan uitgegaan van een positieve AFM van 1.079.365 euro. Het lager dan verwachte exploitatieresultaat zorgt er voor dat ook de AFM lager uitvalt dan voorzien: 349.424 euro.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde autofinancieringsmarge (GAFM). Deze waarde is indicatief, de wetgever verbond er geen evenwichtsvoorwaarde aan. Deze indicator geeft de autofinancieringsmarge weer die berekend is op basis van de lopende en ingeschreven leningen die fictief aan 8% per jaar worden afgelost. De ‘gewone’ autofinancieringsmarge vertrekt van de reëel ingeschreven kapitaalsaflossingen.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

 

Jaarrekening

Meerjarenplan

I. Autofinancieringsmarge

 

349.424

1.079.365

II. Correctie op de periodieke aflossingen

(a-b)

-965.277

-973.467

 a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen

 

3.347.990

3.339.800

 b. Aangewezen aflossingen o.b.v. de financiële schulden

4 695 350

4.313.267

III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

(I+II)

-615.853

105.898

 

Net zoals de AFM valt ook de gecorrigeerde AFM lager uit dan gebudgetteerd: –615.853 euro ten opzichte van een gebudgetteerde gecorrigeerde AFM van 105.898 euro.

Mortsel financiert zich gemiddeld op een langere termijn dan wat de GAFM simuleert. Daarom is het verschil tussen de AFM en de GAFM groot.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Het beschikbaar budgettair resultaat in de jaarrekening is beter dan wat we voorzagen in het meerjarenplan. De (gecorrigeerde) autofinancieringsmarge is lager dan gebudgetteerd maar blijft wel positief.