Financiële bespreking

Exploitatie

Grondslagen en assumpties

Terug naar navigatie - Grondslagen en assumpties

Voor de aanpassing van de loonbudgetten van 2025 hebben we, voortgaand op de inschattingen van het Planbureau, gerekend met een indexsprong in januari en daaruit volgend een verhoging van de lonen in maart. Voor 2026 en 2027 zijn we uitgegaan van telkens één indexsprong.

Voor de budgetten voor elektriciteit en gas baseren we ons op de budgetcijfers die we ontvangen van onze leverancier, het Vlaams Energiebedrijf (‘VEB”). Zij maken prognoses voor 2024 en 2025.

De budgetten die we inschrijven voor de responsabiliseringsbijdrage zijn gebaseerd op de ramingen die we ontvangen van de FOD Pensioenen.

De budgetten voor opcentiemen onroerende voorheffing en de opcentiemen op de aanvullende personenbelastingen werden overgenomen van de ramingen die we ontvingen van de Vlaamse en federale overheid.

Exploitatieuitgaven

Terug naar navigatie - Exploitatieuitgaven
Operationele uitgaven

A. Operationele uitgaven

Rek 2022

Rek 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

1. Goederen en diensten

14.501.132

13.210.252

14.389.041

13.509.276

12.997.150

13.253.950

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

38.583.380

41.834.626

43.615.255

45.365.609

46.569.278

47.461.830

3. Individuele hulpverlening door het OCMW

2.858.065

3.501.968

3.608.700

3.264.200

3.048.050

3.108.900

4. Toegestane werkingssubsidies

7.056.101

8.448.947

8.725.824

8.860.312

8.859.617

9.036.800

5. Andere operationele uitgaven

1.267.416

222.382

100.100

97.600

97.300

99.100

Totaal Operationele Uitgaven

64.266.094

67.218.175

70.438.920

71.096.997

71.571.395

72.960.580

Financiële uitgaven

B. Financiële uitgaven

Rek 2022

Rek 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

1.511.285

1.552.773

1.769.700

1.890.700

1.858.700

1.895.700

2. Andere financiële uitgaven

11.200

2.602

2.700

2.700

2.800

2.800

Totaal Financiële Uitgaven

1.522.484

1.555.375

1.772.400

1.893.400

1.861.500

1.898.500

De cijfers van 2022 en 2023 zijn deze van de jaarrekening en werden aldaar besproken. De cijfers 2024 werden bijgesteld op basis van de tussentijdse realisatie. De cijfers 2024-2026 verschillen als volgt van de vorige raming (december 2023):

A. Operationele uitgaven

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

TOTAAL

1. Goederen en diensten

585.452

606.336

266.312

1.458.100

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

105.417

577.679

1.062.571

1.745.667

3. Individuele hulpverlening door het OCMW

224.500

94.500

-184.900

134.100

4. Toegestane werkingssubsidies

-2.528

244.039

145.538

387.049

5. Andere operationele uitgaven

11.100

8.600

6.600

26.300

Totaal Operationele Uitgaven

923.941

1.531.154

1.296.122

3.751.216

B. Financiële uitgaven

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

TOTAAL

1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

-400

-160.500

-123.700

-284.600

2. Andere financiële uitgaven

-2.000

-2.000

-2.000

-6.000

Totaal Financiële Uitgaven

-2.400

-162.500

-125.700

-290.600

Over de periode 2024-2026 schrijven we bijkomend 3,5 miljoen euro aan exploitatieuitgaven in. 

De aankoop van goederen en diensten (A.1) neemt toe met 1,5 miljoen euro. Binnen deze categorie zien we een daling van de uitgaven voor energie ( - 1,4 miljoen) en aankopen van werkingsmateriaal (- 395.000 euro). Tegelijk zien we stijgende budgetten voor onder andere huur (278.000 euro, vnl. aan AGB), de jaarlijkse bijdrage aan IGEAN (986.000 euro), de budgetten voor ICT, communicatie en internet (554.000 euro), Erelonen en vergoedingen (doorstorting van ontvangen subsidies WSE naar partners) en kosten fietslease (241.000 euro). Het saldo van de stijging bestaat uit diverse andere kleinere aanpassingen.

De bezoldigingen (A.2) werden herberekend op basis van de verwachtingen van het Planbureau op het vlak van indexsprongen. De budgetten voor 2024 werden bepaald op basis van de tussentijdse situatie van september, zonder bijkomende indexsprong. Voor 2025 houden we rekening met een indexsprong in januari. De totale toename van de loonlasten van 1,7 miljoen euro bestaat voor meer dan de helft (1,1 miljoen euro) uit een toename van de responsabiliseringsbijdrage.

In lijn met de stijging die we de voorbije maanden hebben vastgesteld, werd het budget voor individuele hulpverlening door het OCMW (A.3) verhoogd met 134.000 euro voor de periode 2024-2026.

De toename van de toegestane werkingssubsidies (A.4) met 387.000 euro is voornamelijk te wijten aan een stijging van de geraamde werkingssubsidies voor de politiezone (100.000 euro) en de prijssubsidies voor AGB (223.000 euro).

We voorzien voor de periode 2024 - 2026 voor 285.000 euro minder rentelasten (B.1). De lening die in 2024 werd afgesloten, heeft een lagere rentevoet dan we hadden voorzien in de budgetten. 

Exploitatieontvangsten

Terug naar navigatie - Exploitatieontvangsten
Operationele ontvangsten

A. Operationele Ontvangsten

Rek 2022

Rek 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

 1. Ontvangsten uit de werking

9.653.928

9.925.160

9.745.640

10.159.650

10.266.200

10.456.000

 2. Fiscale ontvangsten en boetes

22.455.467

27.863.749

26.493.754

27.190.777

27.968.717

28.770.000

 3. Werkingssubsidies

31.994.890

34.047.646

36.200.915

35.041.522

35.116.897

35.819.300

 4. Recuperatie individuele hulpverlening

222.844

337.966

282.700

282.700

283.700

289.300

 5. Andere operationele ontvangsten

595.266

698.111

1.256.440

745.720

602.150

613.400

Totaal Operationele Ontvangsten

64.922.394

72.872.633

73.979.449

73.420.369

74.237.664

75.948.000

 

Financiële ontvangsten

B. Financiële Ontvangsten

Rek 2022

Rek 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

Totaal Financiële Ontvangsten

1.402.397

1.398.888

1.421.140

1.426.180

1.453.770

1.482.700

 

De cijfers van 2022 en 2023 zijn deze van de jaarrekening en werden daar besproken. De cijfers 2024 werden aangepast, gebaseerd op hun tussentijdse realisatie. De cijfers 2024-2026 verschillen als volgt van de vorige raming (december 2023):

A. Operationele Ontvangsten

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

TOTAAL

 1. Ontvangsten uit de werking

99.484

513.972

296.080

909.536

 2. Fiscale ontvangsten en boetes

360.156

-45.465

187.417

502.108

 3. Werkingssubsidies

2.516.801

1.036.503

620.769

4.174.073

 4. Recuperatie individuele hulpverlening

31.000

31.000

27.000

89.000

 5. Andere operationele ontvangsten

161.410

146.070

-8.650

298.830

Totaal Operationele Ontvangsten

3.168.851

1.682.080

1.122.616

5.973.547

 

B. Financiële Ontvangsten

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

TOTAAL

Totaal Financiële Ontvangsten

11.550

10.940

10.170

32.660

De komende drie jaren kunnen de budgetten van de exploitatieontvangsten verhoogd worden met 6 miljoen euro. We noteren als voornaamste bewegingen:

  • De ontvangsten uit de werking (A.1) nemen toe met 910.000 euro. We voorzien meer inkomsten in het woonzorgcentrum en uit diverse verhuringen.
  • De fiscale ontvangsten (A.2) kennen een beperkte toename (+ 502.000 euro), maar het beeld is dubbel. Enerzijds verminderen we de budgetten voor opcentiemen onroerende voorheffing (- 790.000 euro), anderzijds verhogen we de budgetten voor de aanvullende belasting op de personenbelasting (+ 563.000 euro). Het saldo van de toename komt van verschillende kleine budgetaanpassingen.
  • De werkingssubsidies (A.3) kennen een forse toename ten belope van 4,2 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken van deze toename zijn: toename van diverse subsidies mbt personeelskosten (IFIC, VIA, loon- en begeleidingssubsidies), diverse werkingssubsidies (bv. opvang Oekraïners) en de stijging van de Vlaamse dotatie ter compensatie van de responsabiliseringsbijdrage (1,2 miljoen euro).

Exploitatiesaldo

Terug naar navigatie - Exploitatiesaldo

Voor de periode 2024 – 2026 gaan we uit van een toename van onze exploitatieuitgaven van 3,5 miljoen euro. Voor dezelfde periode rekenen we op 6 miljoen aan extra exploitatieontvangsten. Netto zal het exploitatiesaldo de komende drie jaar dus verbeteren met 2,5 miljoen euro.

Investeringen

Aanpassingen aan de investeringen

Terug naar navigatie - Aanpassingen aan de investeringen

Het investeringsbudget (ontvangsten min uitgaven) wordt door een aantal elementen aangepast:

  • Aanpassen van de timing
    • Op basis van de realisatie en planning van de investeringsprojecten worden budgetten op andere momenten voorzien. Dit maakt dat de totalen per jaar kunnen verschillen tegenover de vorige versie van het meerjarenplan. Dit geldt zowel voor ontvangsten als uitgaven.
  • Schrappen van investeringsuitgaven
    • We schrappen het investeringsbudget van 209.000 euro dat voorzien was voor de renovatie van een gebouw in de Guido Gezellelaan.
  • Bijkomende investeringsuitgaven:
    • Verhoging budget stadhuis (IP-01): De verbouwing van het stadhuis zal in 2025 in de afwerkingsfase komen. In afwachting van de eindafrekening van dit project, wordt er een extra budget van 3,6 miljoen euro voorzien om de goedgekeurde uitbreidingen van de opdracht, de verdere indexering en de termijnsuitloop te kunnen dragen.
    • Het budget voor het nieuw technisch centrum wordt verhoogd met 686.000 euro om de laatste afwerking te kunnen doen.
    • Het budget voor de bouw van het nieuwe woonwagenterrein (IP-08) werd verhoogd met 102.000 euro.
    • We voorzien een budget van 575.000 euro voor de aankoop van het gebouw Vreugdeborg.
  • Schrappen van investeringsontvangsten
    • De geplande verkoop van het perceeltje grond “Rozentuin 39/45” ten belope van 47.400 euro werd geschrapt uit het meerjarenplan,
    • De geraamde inkomsten uit de verkoop van het project Stadsterras werden verlaagd met 100.000 euro.
  • Extra investeringsontvangsten
    • We schrijven een nieuwe subsidie in van 159.500 euro voor de aankoop van het gebouw Vreugdeborg.
    • We budgetteren een investeringsontvangst van 375.000 euro omwille van de geraamde verkoop van een gebouw in de Guido Gezellelaan.

Overzicht per investeringsproject

Terug naar navigatie - Overzicht per investeringsproject

Ons bestuur kiest ervoor om de investeringsbudgetten op te volgen aan de hand van investeringsprojecten. Deze projecten isoleren grote investeringen en bundelen kleinere ingrepen in logische groepen. De wetgever legt ons ook op om per prioritair actieplan een apart investeringsproject aan te maken. Deze projecten worden apart gerapporteerd in de schema’s T3. Na bovenstaande wijzigingen doorgevoerd te hebben komen we tot de volgende bedragen per investeringsproject:

Investeringsuitgaven

AP

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

IP-01 STADHUIS

2.1.1

9.263.364

5.603.898

0

0

IP-03 STADSTERRAS

 

231.388

0

0

0

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3

2.098.468

0

0

0

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2

1.404.255

1.188.000

3.016.000

0

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5

261.000

875.000

840.000

0

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

613.712

1.080.000

20.000

0

IP-10 RUP's

1.1.3

120.735

0

0

0

IP-11 ROERENDE GOEDEREN

 

500.475

399.250

397.650

0

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

330.106

331.850

335.000

0

IP-13 ICT

 

423.232

164.500

174.500

0

IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM

2.1.4

160.505

60.000

0

0

IP-19 TRAGE WEGENNETWERK

1.3.1

73.300

0

0

0

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3

242.925

110.000

0

0

IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS

2.1.1

425.000

360.000

360.000

360.000

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1

80.000

50.000

2.750.000

2.500.000

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1

167.770

266.000

0

0

IP-25 RENOVATIE GAW MEERMINNE

3.4.3

100.000

0

0

0

IP-26 BURGEMEESTERSCONVENANT

1.2.1

2.511

0

0

0

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

5.2.4

35.000

25.000

25.000

0

TOTAAL

 

16.533.747

10.513.498

7.918.150

2.860.000

 

Investeringsontvangsten

AP

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

IP-03 STADSTERRAS

 

1.393.240

800.000

800.000

0

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3

0

2.890.000

1.850.000

0

IP-05 OPTIMALISATIE PATRIMONIUM

 

2.100.000

4.152.000

2.060.000

0

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2

410.515

78.000

1.300.000

0

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5

79.750

454.750

0

0

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

0

0

70.500

0

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

1.009.145

1.020.800

1.034.030

1.047.760

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3

0

0

0

0

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1

0

0

363.000

0

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1

6.605

98.559

118.181

0

TOTAAL

 

4.999.255

9.494.109

7.595.711

1.047.760

Investeringssaldo

Terug naar navigatie - Investeringssaldo

Na de verwerking van de wijzigingen zoals hierboven beschreven, zien we dat deze aanpassingen een effect hebben op het investeringssaldo van 2024, 2025 en 2026. Over deze drie jaren is er een negatieve impact op het investeringssaldo van 3,1 miljoen euro.

Financiering

Financieringsuitgaven

Terug naar navigatie - Financieringsuitgaven

Deze uitgaven bestaan uit de kapitaalsaflossingen van de lopende en nieuwe leningen en de toegestane leningen. Concreet:

Financieringsuitgaven

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Mjp 2027

Kapitaalsaflossingen

3.339.800

3.387.240

3.342.990

3.372.350

TOTAAL

3.339.800

3.387.240

3.342.990

3.372.350

We voorzien geen nieuwe toegestane leningen.

Financieringsontvangsten

Terug naar navigatie - Financieringsontvangsten

De financieringsontvangsten bestaan uit de op te nemen leningen en de terugvorderingen van de toegestane leningen. We voorzien drie nieuwe leningen:

  1. Lening van 2.200.000 euro, op te nemen in 2025
  2. Lening van 140.000 euro, op te nemen in 2025: renteloze lening bij AGION voor een investering in zonnepanelen op de Parkschool
  3. Lening van 2.000.000 euro, op te nemen in 2027

Evenwichten

Gecumuleerd budgettair resultaat

Terug naar navigatie - Gecumuleerd budgettair resultaat

Het gecumuleerd resultaat dient steeds positief te zijn. Dit evenwicht wordt berekend in schema M2 en rapporteert zowel het gecumuleerd budgettair resultaat van de stad en OCMW enerzijds en het AGB anderzijds.

Zowel het lokaal bestuur als het AGB voldoen aan de opgelegde evenwichten.

Autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge (AFM) is de verhouding tussen het exploitatiesaldo en de kapitaalsaflossingen. Deze indicator geeft aan in hoeverre ons bestuur in staat is om haar leningen terug te betalen.

De onderstaande grafiek geeft de evolutie van de AFM weer voor de periode 2024-2026 voor het lokaal bestuur.

  • De aangepaste ramingen van boekjaar 2024 maken dat de AFM aanzienlijk hoger uitvalt dan initieel begroot.
  • De wijzigingen aan het meerjarenplan die nu voorliggen maken dat de AFM verbetert. Dit komt omdat het exploitatieresultaat gunstig evolueert. Ook voor 2026 en 2027 verwachten we een positieve AFM.
  • De AFM dient positief te zijn in het laatste jaar van het meerjarenplan (in casu 2025). Dit is het geval.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde AFM geeft een ratio weer in functie van een fictieve aflossingslast: de wetgever simuleert deze leningslast aan een aflossingstempo van 8% per jaar. Deze waarde verschilt sterk voor Mortsel omwille van twee redenen:

  • de effectieve leningen worden op minder dan 8% verrekend,
  • een aantal leningen wordt gerecupereerd via VIPA en Scholen voor Morgen. Deze recuperatie mag niet verrekend worden in de gecorrigeerde AFM.

Deze ratio is indicatief en niet bindend. Omdat de correcties tegenover de AFM dezelfde zijn over de jaren heen, zien we dezelfde tendensen terugkomen als bij de ‘gewone’ AFM.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Dit document past de budgetten aan voor de periode 2024-2026 en stelt de kredieten voor 2025 vast.

Er worden budgetten voor het jaar 2027 opgenomen.

Opgenomen aanpassingen met een gunstig effect op het meerjarenplan:

  • het inschrijven van bijkomende exploitatieontvangsten van 6 miljoen euro voor de periode 2024-2026;
  • het schrappen van enkele geplande investeringsuitgaven;
  • het toevoegen van enkele investeringsontvangsten, naar aanleiding van de geplande verkoop van patrimonium en toegezegde subsidies.

Opgenomen aanpassingen met een negatief effect op het meerjarenplan:

  • het inschrijven van 3,5 miljoen extra exploitatieuitgaven in de periode 2024 - 2026;
  • het opnemen van diverse extra investeringsuitgaven;
  • het schrappen van een investeringsontvangst.

We budgetteren ook de opname van drie nieuwe leningen: twee in 2025 en een in 2027.

Aan de wettelijke evenwichtsvoorwaarden werd voldaan. De autofinancieringsmarge is hoger dan in de vorige versie van het meerjarenplan.