Grondslagen en assumpties

Aanpassingen aan het meerjarenplan

Terug naar navigatie - Aanpassingen aan het meerjarenplan

Het meerjarenplan werd voor de laatste keer gewijzigd in december 2021.

Het voorliggend document evalueert de budgetten 2022 en stelt deze indien nodig bij. In deze bundel worden ook de budgetten 2023 vastgesteld. Deze vaststelling gebeurt aan de hand van schema M3, die op een hoog niveau de budgetten voor exploitatie, investeringen en financiering vastlegt. Tenslotte werden de cijfers voor de periode 2023-2025 bekeken en aangepast indien nodig.

Exploitatie

Exploitatieuitgaven

Terug naar navigatie - Exploitatieuitgaven

Operationele uitgaven

 

Rek 2020

Rek 2021

Mjp 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

1. Goederen en diensten

9.472.076

12.450.410

15.922.522

15.382.717

13.182.106

12.963.939

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

33.780.023

34.407.574

36.651.033

41.022.464

41.920.330

43.040.911

3. Individuele hulpverlening door het OCMW

2.595.387

2.707.050

2.886.600

2.841.300

2.560.100

2.525.100

4. Toegestane werkingssubsidies

6.427.374

6.595.770

7.016.364

8.242.742

8.159.582

8.058.688

5. Andere operationele uitgaven

261.352

270.969

1.319.696

98.000

89.000

89.000

Totaal Operationele Uitgaven

52.536.212

56.431.773

63.796.215

67.587.223

65.911.118

66.677.638

 

Financiële uitgaven

 

Rek 2020

Rek 2021

Mjp 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

1.503.200

1.581.445

1.558.404

1.632.000

1.521.100

1.857.200

2. Andere financiële uitgaven

13.994

12.487

4.700

4.700

4.700

4.700

Totaal Financiële Uitgaven

1.517.194

1.593.932

1.563.104

1.636.700

1.525.800

1.861.900

 

De cijfers van 2020 en 2021 zijn deze van de jaarrekening en werden aldaar besproken. De cijfers 2022 werden afgesteld op de realisatie zoals die zich vandaag voordoet.  De cijfers 2023-2025 verschillen als volgt van de vorige raming (december 2021):

 

 

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

1. Goederen en diensten

3.748.226

1.331.395

1.105.780

6.185.401

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

3.874.124

3.933.430

3.989.681

11.797.235

3. Individuele hulpverlening door het OCMW

260.000

0

0

260.000

4. Toegestane werkingssubsidies

1.192.509

1.035.543

857.599

3.085.651

5. Andere operationele uitgaven

9.000

0

0

9.000

Totaal Operationele Uitgaven

9.083.859

6.300.368

5.953.060

21.337.287

 

 

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

26.831

9.229

446.038

482.098

2. Andere financiële uitgaven

0

0

0

0

Totaal Financiële Uitgaven

26.831

9.229

446.038

482.098

 

Samenvatting

Over de periode 2023-2025 schrijven we bijkomend 21,8 miljoen euro aan exploitatieuitgaven in:

  • De aankoop van goederen en diensten (A1) stijgt met 6,2 miljoen euro. Het gros van deze toename is te wijten aan de verhoogde budgetten voor energie. Samen met de budgethouders bewaakt het lokaal bestuur dat de overige uitgaven binnen deze budgettaire realiteit blijven.
  • De bezoldigingen (A2) werden herberekend met de nieuwe budgetmodule van SD Worx. We hielden daarbij rekening met de laatste verwachtingen rond indexatie. Dit alles maakt dat er op drie jaar een extra personeelsbudget moet voorzien worden van 11,8 miljoen euro voor de periode 2023-2025. Hiervan heeft 3,1 miljoen euro betrekking op “Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden”. Dit deel van de stijging wordt dus gecompenseerd.
  • De individuele hulpverlening OCMW (A3) werd verhoogd in 2023 met 260.000 euro.
  • De toegestane werkingssubsidies (A4) kennen een toename van 3,1 miljoen euro over de periode 2023-2025. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door een toename van de bijdragen aan de politiezone (1,8 miljoen euro) enerzijds en een geraamde toename van de prijssubsidies aan AGB (1,3 miljoen euro) anderzijds. Beide partijen worden, net als lokaal bestuur Mortsel, getroffen door aanzienlijke toenames van hun loonkosten. Voor AGB komen daar de toegenomen energiekosten nog bij.
  • We voorzien in 2025 ook voor 482.000 euro aan bijkomende rentelasten (B1) naar aanleiding van de geplande opname van een nieuwe langlopende lening in 2024.

Exploitatieontvangsten

Terug naar navigatie - Exploitatieontvangsten

Operationele ontvangsten

 

Rek 2020

Rek 2021

Mjp 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

   1. Ontvangsten uit de werking

8.613.711

8.842.505

9.990.811

10.368.490

10.661.050

11.271.370

   2. Fiscale ontvangsten en boetes

23.361.829

22.769.863

23.737.303

27.082.210

26.326.865

27.141.058

   3. Werkingssubsidies

25.900.833

28.773.906

30.540.237

30.193.781

30.035.416

30.039.227

   4. Recuperatie individuele hulpverlening

269.812

251.703

251.700

251.700

251.700

251.700

   5. Andere operationele ontvangsten

438.758

420.942

649.930

606.620

609.360

614.090

Totaal Operationele Ontvangsten

58.584.942

61.058.919

65.169.981

68.502.801

67.884.391

69.317.445

 

Financiële ontvangsten

 

Rek 2020

Rek 2021

Mjp 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Totaal Financiële Ontvangsten

1.658.110

1.688.128

1.398.860

1.396.190

1.405.090

1.415.240

 

De cijfers van 2020 en 2021 zijn deze van de jaarrekening en werden aldaar besproken. De cijfers 2022 werden afgesteld op de realisatie zoals die zich vandaag voordoet. De cijfers 2023-2025 verschillen als volgt van de vorige raming (december 2021):

 

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

   1. Ontvangsten uit de werking

58.790

167.900

596.570

823.260

   2. Fiscale ontvangsten en boetes

3.753.110

2.415.465

2.630.758

8.799.333

   3. Werkingssubsidies

3.092.293

2.324.603

1.708.444

7.125.340

   4. Recuperatie individuele hulpverlening

0

0

0

0

   5. Andere operationele ontvangsten

55.150

53.350

53.350

161.850

Totaal Operationele Ontvangsten

6.959.343

4.961.318

4.989.122

16.909.783

 

 

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

Totaal Financiële Ontvangsten

55.920

119.710

273.690

449.320

 

De komende vier jaar kunnen de exploitatieontvangsten verhoogd worden met 17,4 miljoen euro. We noteren als voornaamste bewegingen:

  • De fiscale ontvangsten (A2), die voornamelijk bestaan uit de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen uit de onroerende voorheffing, kunnen substantieel verhoogd worden omdat de laatste ramingen van de personenbelasting merkelijk hoger zijn dan wat we hebben voorzien. De indexering van de lonen en de kadastrale inkomens zorgt voor een aanzienlijke toename van de belastinginkomsten van 8,8 miljoen euro in de periode 2023-2025.
  • De stijging van de werkingssubsidies (A3) en de daling van de financiële ontvangsten (B) hebben eenzelfde oorzaak: door een opgelegde tarifering kan de netwerkbeheerder de dividenden tegenover de lokale besturen niet meer aanhouden. Dit maakt dat Mortsel de komende jaren een verlies aan dividenden moet opvangen van 1,4 miljoen euro. Deels compenseert Vlaanderen dit verlies door een extra subsidie toe te kennen die Mortsel de komende jaren 600.000 euro zal opbrengen.

Exploitatiesaldo

Terug naar navigatie - Exploitatiesaldo

Een stijging van de uitgaven de komende drie jaar met 21,8 miljoen euro wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd met een stijgende ontvangstenbudget ten bedrage van 17,4 miljoen euro. Netto zal het exploitatiesaldo de komende drie jaar verslechteren met 4,4 miljoen euro.

grafiek exploitatiesaldo

Deze verslechtering is goed zichtbaar op de grafiek: de rode lijn ligt voor de ganse periode 2023-2025 lager dan de blauwe,  het saldo is minder positief dan voorheen. Een verslechtering van het exploitatiesaldo hoeft op zich geen probleem te zijn, zolang de autofinancieringsmarge positief blijft. Deze verhouding tussen de leningslasten en het batige exploitatiesaldo wordt verderop besproken bij de evenwichten.

Investeringen

Aanpassingen aan de investeringen

Terug naar navigatie - Aanpassingen aan de investeringen

Het investeringsbudget (ontvangsten min uitgaven) wordt door een aantal elementen aangepast:

Schuiven in de tijd

Op basis van de realisatie en planning van de investeringsprojecten worden budgetten op andere momenten voorzien. Dit maakt dat de totalen per jaar kunnen verschillen tegenover de vorige versie van het meerjarenplan.

Schrappen van investeringsuitgaven

Gelet op de significante impact van de onverwachte toename van onze exploitatie-uitgaven op de begroting van het lokaal bestuur, werd er beslist om enkele investeringsprojecten te schrappen uit het meerjarenplan 2023-2025.  De belangrijkste worden hierna opgesomd:

  • Het investeringsproject “Brug stadhuis” wordt verminderd met 1.190.000 euro.  Het resterend saldo van dit budget (250.000 euro) zal worden aangewend om buitenruimte tussen het nieuwe stadhuis en het achterliggende fort in te richten.
  • Gelet op de geplande verkoop van de gebouwen Meerminne 4 en Meerminne 6 (zie verder), is er niet langer nood aan studie voor een PPS voor de zorgcampus. Het voorziene budget van 250.000 euro werd daarom geschrapt.
  • Enkele andere geplande investeringen die niet zullen doorgaan zijn:
    • de aankoop van een trekkenwand voor de Mark Liebrecht Schouwburg (budget van 524.000 euro);
    • de aankoop van divers rollend materieel voor stadswerken ten belope van 240.000 euro;
    • de verharding van een terrein voor buitenstockage (budget 425.000 euro);
    • de renovatie van de ABK (budget van 260.000 euro);
    • en een aantal kleinere ingrepen in de scholen ten belope van 95.000 euro.
  • Er werd beslist om geen bod te doen op de gronden aan de Krijgsbaan. Daardoor kan dit budget geschrapt worden.
  • Verder heeft politie Minos aangegeven dat de voorziene jaarlijkse investeringsbijdrage van 282.500 euro in de periode 2023-2025 niet zal worden opgevraagd.

Bijkomende investeringsuitgaven

De belangrijkste extra investeringsuitgaven worden hierna opgesomd:

  • Verhoging budget stadhuis: omwille van de sterk toegenomen materialenprijzen en rekening houdend met enkele onvoorziene uitgaven in het kader van de renovatie werd het budget van het stadhuis verhoogd met 3,4 miljoen euro. Het budget werd tevens gespreid over 2023 en 2024.
  • Het budget voor het nieuw technisch centrum werd verhoogd op het vlak van inkomsten als van uitgaven. Het budget voor de bouw van het NTC werd verhoogd met 2,1 miljoen euro.
  • Het budget voor de bouw van de noodwoningen aan de Mayerlei werd opgetrokken van 580.800 euro naar 938.400 euro.
  • Het budget voor het Welzijnshuis werd verhoogd met 1.112.000 euro. Het budget werd tevens gespreid over 2022, 2023 en 2024.

Extra investeringsontvangsten

De belangrijkste extra investeringsontvangsten worden hierna opgesomd:

  • Het budget voor het nieuw technisch centrum werd verhoogd op zowel het vlak van inkomsten als van uitgaven. De geraamde inkomsten uit de verkoop van de huidige site werden verhoogd met 1,1 miljoen euro.
  • Met het oog op de realisatie van het nieuwe stadhuis, werd er beslist om over te gaan tot de verkoop van de gebouwen Meerminne 4 en Meerminne 6. Hiervoor werd een geraamde ontvangst van 3.150.000 euro opgenomen in 2025.
  • De 10 flats boven dienstencentrum De Populier zullen eveneens verkocht worden. De geraamde opbrengst van 1,5 miljoen euro werd ingeschreven in 2024.
  • Voor de renovatie van de noodwoningen aan de Mayerlei zullen we kunnen rekenen op een subsidie. Deze werd ingeschreven in 2024 ten belope van 469.420 euro, wat overeenkomt met de helft van de geraamde uitgaven.

Schrappen van investeringsontvangsten

Naar aanleiding van het schrappen van de investering in een trekkenwand voor Mark Liebrecht Schouwburg (zie hoger), worden ook de bijhorende subsidies geschrapt uit het meerjarenplan.

Overzicht per investeringsproject

Terug naar navigatie - Overzicht per investeringsproject

Ons bestuur kiest ervoor om de investeringsbudgetten op te volgen aan de hand van investeringsprojecten. Deze projecten isoleren grote investeringen en bundelen kleinere ingrepen in logische groepen. De wetgever legt ons ook op om per prioritair actieplan een apart investeringsproject aan te maken.  Deze projecten worden apart gerapporteerd in de schema’s T3. Na bovenstaande wijzigingen doorgevoerd te hebben komen we tot de volgende bedragen per investeringsproject:

Investeringsuitgaven

AP

2022

2023

2024

2025

IP-01 STADHUIS

2.1.1.

7.033.898

6.674.200

3.866.000

0

IP-03 STADSTERRAS

 

1.578.898

0

0

0

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3.

1.351.081

4.214.187

0

0

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2.

2.809.978

1.480.000

1.805.000

288.000

IP-07 PARKING KRIJGSBAAN

 

0

0

0

0

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5.

2.373.624

0

0

938.840

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

1.129.628

995.000

40.000

0

IP-10 RUP's

1.1.3.

138.420

0

55.000

0

IP-11 ROERENDE GOEDEREN

 

825.554

309.050

216.900

216.750

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

332.170

332.921

310.530

310.530

IP-13 ICT

 

354.817

160.000

160.000

295.000

IP-14 REALISATIE BUURTHUIZEN

3.1.2.

2.000

0

0

0

IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM

2.1.4.

413.480

0

0

0

IP-16 VERBETEREN WEBSITE

4.2.1.

25.000

0

0

0

IP-17 TALENTMANAGEMENT

6.3.1.

8.500

0

0

0

IP-19 TRAGE WEGENNETWERK

1.3.1.

28.300

45.000

0

0

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3.

32.731

110.000

38.000

10.000

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1.

1.500.664

1.347.000

2.614.566

0

IP-23 ZORGCAMPUS

3.4.4.

0

0

0

0

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1.

366.606

37.500

69.000

187.000

IP-25 RENOVATIE GAW MEERMINNE

3.4.3.

385.000

0

0

0

IP-26 BURGEMEESTERSCONVENANT

1.2.1.

45.252

0

0

0

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

5.2.4.

0

52.250

52.250

0

TOTAAL

 

20.735.600

15.757.108

9.227.246

2.246.120

 

Investeringsontvangsten

AP

2022

2023

2024

2025

IP-03 STADSTERRAS

 

1.480.000

85.000

2.407.000

1.626.000

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3.

4.394.377

0

0

0

IP-05 OPTIMALISATIE PATRIMONIUM

 

1.625.840

1.000.000

2.207.400

4.550.000

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2.

1.393.381

0

0

0

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5.

0

0

469.420

0

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

25.800

0

0

0

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

984.000

995.800

1.002.350

1.008.950

IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM

2.1.4.

0

0

0

0

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3.

115.955

0

0

0

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1.

0

0

672.000

0

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1.

397.605

19.764

36.367

98.559

TOTAAL

 

10.416.959

2.100.564

6.794.537

7.283.509

Investeringssaldo

Terug naar navigatie - Investeringssaldo

Na de verwerking van de wijzigingen zoals hierboven beschreven, zien we dat de aanpassingen een effect hebben op het investeringssaldo van 2023 en 2024. Door het schuiven van deze budgetten verandert de cashflow van ons bestuur en ook de financieringsnood.

grafiek investeringssaldo

Financiering

Financieringsuitgaven

Terug naar navigatie - Financieringsuitgaven

Deze uitgaven bestaan uit de kapitaalsaflossingen van de lopende en nieuwe leningen, en de toegestane leningen. Concreet vallen deze als volgt uiteen:

 

Mjp 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Kapitaalsaflossingen

3.007.400

2.945.800

3.001.000

3.245.650

Toegestane leningen

150.000

0

0

0

TOTAAL

3.157.400

2.945.800

3.001.000

3.245.650

 

De toegestane lening betreft een doorlening aan het AGB, die ondertussen uitbetaald werd.

Financieringsontvangsten

Terug naar navigatie - Financieringsontvangsten

De financieringsontvangsten bestaan uit de op te nemen leningen en de terugvorderingen van de toegestane leningen. Na de wijziging van het meerjarenplan voorzien we nog één op te nemen lening in 2024 van 14.825.000 euro.

Daarnaast zullen we opnieuw een beroep doen op het commercial paper programma vanaf 2023 om de korte termijn financieringsnood op te vangen en voor de voorfinanciering van onze investeringsprojecten in uitvoering. De opgenomen bedragen zullen grotendeels worden terugbetaald in 2024 door middel van de opname van bovenvermelde langlopende lening. Het saldo zal worden terugbetaald in 2025 met de inkomsten uit enkele verkopen en terugbetalingen van toegestane leningen.

2022

5.000.000

2023

11.125.000

2024

– 10.945.000

2025

– 5.180.000

Saldo

0

Evenwichten

Gecumuleerd budgettair resultaat

Terug naar navigatie - Gecumuleerd budgettair resultaat

Het gecumuleerd resultaat dient steeds positief te zijn. Dit evenwicht wordt berekend in schema M2 en rapporteert zowel het gecumuleerd budgettair resultaat van de stad en OCMW enerzijds en het AGB anderzijds.


 
Ons bestuur voldoet aan de opgelegde evenwichten. Daar waar de stad en OCMW, op 2022 na, jaarlijks slechts een kleine positieve marge rapporteren, laat het AGB in de periode 2023 - 2025 een groter overschot zien ten belope van respectievelijk 545.385 euro, 438.349 euro en 61.718 euro.

(Gecorrigeerde) autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - (Gecorrigeerde) autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge (AFM) is de verhouding tussen het exploitatiesaldo en de kapitaalsaflossingen. Deze indicator geeft aan in hoeverre ons bestuur in staat is om haar leningen terug te betalen. Mortsel had een ruime AFM in het originele meerjarenplan.

De onderstaande grafiek geeft de evolutie van de AFM weer voor de periode 2023-2025 en vergelijkt die met de waarden van de vorige versie van het meerjarenplan.

  • De sterk positieve AFM in 2020 wordt verklaard door het beter dan verwachte exploitatiesaldo. De slechtere AFM in 2021 werd veroorzaakt door een lager exploitatiesaldo omdat we een aantal bijkomende kosten inschreven.
  • De wijzigingen aan het meerjarenplan die nu voorliggen maken dat de AFM verlaagt. Dit komt omdat het exploitatieresultaat verslechtert. Vanaf 2024 wordt de AFM terug positief, maar lager dan het niveau van voor de wijzigingen.

grafiek autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde AFM geeft een ratio weer in functie van een fictieve aflossingslast: de wetgever simuleert deze leningslast aan een aflossingstempo van 8% per jaar. Deze waarde verschilt sterk voor Mortsel omwille van twee redenen:

  • de effectieve leningen worden op minder dan 8% verrekend;
  • een aantal leningen worden gerecupereerd via VIPA en Scholen voor Morgen. Deze recuperatie mag niet verrekend worden in de gecorrigeerde AFM.

Deze ratio is indicatief en niet bindend. Omdat de correcties tegenover de AFM dezelfde zijn over de jaren heen zien we dezelfde tendensen terugkomen dan die van de ‘gewone’ AFM.

grafiek gecorrigeerde AFM

 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie aangepast meerjarenplan

Dit document past de budgetten aan voor de periode 2022-2025 en stelt de kredieten voor 2023 vast.

Opgenomen aanpassingen met een gunstig effect op het meerjarenplan:

  • het inschrijven van bijkomende exploitatieontvangsten van 17,4 miljoen euro voor de periode 2023-2025,
  • het schrappen van diverse geplande investeringsuitgaven,
  • het toevoegen van enkele investeringsontvangsten naar aanleiding van de geplande verkopen van patrimonium,

Opgenomen aanpassingen met een negatief effect op het meerjarenplan:

  • het inschrijven van 21,8 miljoen extra exploitatie-uitgaven in de periode 2023-2025,
  • het opnemen van diverse extra investeringsuitgaven,
  • het schrappen van een investeringsontvangst

Deze effecten worden in het meerjarenplan opgevangen zonder extra leningen op lange termijn in te schrijven. De opnames onder de vorm van Commercial Paper zullen binnen het meerjarenplan volledig worden afgelost.

Aan de wettelijke evenwichtsvoorwaarden werd voldaan. De autofinancieringsmarge is lager dan in de vorige versie van het meerjarenplan.