Overzicht van de financiële risico's

Het inschatten en opvolgen van de financiële risico’s is voortaan een verplicht onderdeel binnen de BBC en wint vanuit het oogpunt van organisatiebeheersing meer en meer aan belang. De decreetgever beoogt met deze bijlage niet alleen het in kaart brengen van de financiële risico’s, maar spoort ook aan om na te denken over de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken.

Pensioenbijdrage statutaire ambtenaren en responsabliseringsbijdrage

Terug naar navigatie - Pensioenbijdrage statutaire ambtenaren en responsabliseringsbijdrage

Een responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd door de provinciale en lokale besturen waarvan de pensioenlast[1] voor hun gewezen vastbenoemde personeelsleden en/of hun rechthebbenden meer bedraagt dan de wettelijke basispensioenbijdragen[2] die zij voor datzelfde jaar betalen.

Het verschil tussen beiden (=deficit) wordt vermenigvuldigd met de responsabiliseringscoëfficiënt en het resultaat vormt het bedrag van de bruto responsabiliseringsbijdrage. De responsabiliseringscoëfficiënt is een (tijdelijke) korting die deficitaire besturen genieten op hun deficit. De responsabiliseringsbijdrage zorgt er met andere woorden voor dat de ene gemeente niet moet opdraaien voor de opgebouwde pensioenlast van de andere.

 Twee factoren hebben met andere woorden een impact op de responsabiliseringsbijdrage:

  • De pensioenlast van de gewezen vastbenoemde personeelsleden. Deze pensioenlast daalt bij het overlijden van een gepensioneerd voormalig statutair personeelslid. De pensioenlast stijgt telkens dat een statutair personeelslid met pensioen gaat.
  • De wettelijke basispensioenbijdrage die de gemeente jaarlijks (op maandbasis) overmaakt aan het wettelijk pensioenfonds (via Dibiss). Deze bijdrage wordt berekend op het basisloon van de in dienst zijnde statutaire ambtenaren. In de mate dat de gemeente statutaire ambtenaren niet vervangt of vervangt door contractuele ambtenaren, daalt de bijdrage aan het wettelijk pensioenfonds van Dibiss. Het pensioen van contractuele ambtenaren wordt immers betaald door een ander (gesolidariseerd) pensioenfonds. De patronale bijdrage die de gemeente betaalt voor contractuele personeelsleden (28,86 %) is lager dan deze voor statutaire ambtenaren (50,19 %). De werknemersbijdrage bedraagt in beide gevallen 7,5 %

Op basis van betrouwbare cijfers vanuit de pensioendienst of vanuit de studiedienst van Belfius zullen we de stijgende evolutie van deze bijkomende loonkosten opvolgen en correct inschrijven in het meerjarenplan. De 50% betoelaging vanuit Vlaanderen halveert dit budgettaire probleem maar neemt het zeker niet weg.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • De stijging van de tweede pensioenpijler, die recht geeft op een korting op de responsabiliseringsbijdrage, is gerealiseerd. De korting, die werd ingeschreven in het meerjarenplan, is zo verworven. Dit risico blijft afgedekt.
  • De responsabiliseringsbijdrage wordt voor 50% gecompenseerd via een verhoging van het gemeentefonds. Deze subsidie werd ontvangen voor 2020 en is verworven. Dit risico is afgedekt.
  • Het meerjarenplan bevat een responsabiliseringsbijdrage die door Belfius werd berekend.  De berekeningen van de pensioendienst bevatten namelijk een disclaimer die stelt dat de reële bijdragen kunnen afwijken van de simulaties omdat deze niet op individuele tewerkstelling is gebaseerd. De afrekening van 2020 die we opnamen in het meerjarenplan benadert eerder de ramingen van de pensioendienst dan deze van Belfius.  Als dit zich doorzet zal Mortsel een groter bedrag in haar budgetten moeten reserveren voor deze bijdrage.
  • In het licht van bovenstaande hebben we besloten om de budgetten voor de responsabiliseringbijdrage te verhogen met 200.000 euro per jaar voor de periode 2023 - 2025.


[1] De pensioenlast betreft de pensioenuitgaven, voor het beschouwde jaar, ten laste van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen voor diensten geleverd bij een bestuur door gewezen personeelsleden die hun loopbaan beëindigden in de hoedanigheid van vastbenoemd personeelslid.

[2] De wettelijke basispensioenbijdragen worden bekomen door het vermenigvuldigen van de loonmassa van de vastbenoemde personeelsleden met het wettelijke basisbijdragepercentage voor het beschouwde jaar (41,5 % voor het jaar 2017 – bestaande uit 7,5 % werknemersbijdrage en 34,00 % werkgeversbijdrage. De prognose is dat deze bijdrage zal stijgen tot 43,00 % vanaf het jaar 2022).

Schuldenlast beheren en onder controle houden

Terug naar navigatie - Schuldenlast beheren en onder controle houden

Mortsel heeft grote investeringen gedaan in het vorige meerjarenplan en schreef een aantal projecten in voor de komende periode. Daardoor is de schuldenlast van Mortsel gestegen. Bovendien wordt de schuldgraad nu geconsolideerd bekeken, dit wil zeggen dat ook de lopende leningen van OCMW en AGB meegeteld worden.

De evenwichtsvoorwaarden van de BBC brengen in kaart hoe groot deze schuldenlast is en of ons lokaal bestuur in staat is om deze af te lossen. Dit is de zogenaamde autofinancieringsmarge. Deze indicator geeft aan dat Mortsel haar lopende en ingeplande leningen kan aflossen.

De schuldenlast onder controle houden, vergt sowieso veel inspanningen. Actief schuldbeheer kan leiden tot optimalisaties van de schuldenportefeuille en tot meer evenwicht in korte en lange termijnschulden die binnen een bepaald aanvaardbaar risicokader kunnen resulteren in meer budgettaire ruimte. Diversificatie van de leningenportefeuille is dus aangewezen.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Een stijging van de rente zal een effect hebben op de kostprijs van nieuwe leningen en vormt een gevaar voor de evenwichten.
  • Een verslechtering van het exploitatieresultaat kan ertoe leiden dat ons bestuur niet meer in staat is om de leningsuitgaven te dekken. Leningsuitgaven zijn op lange termijn vastgelegd en moeilijk of niet te herroepen. Deze situatie kan leiden tot een tekort in de liquide middelen en het niet halen van de wettelijke evenwichtsvoorwaarden volgens de BBC.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • Door de omzetting van de commercial paper naar een klassieke banklening zijn we minder afhankelijk geworden van de kortetermijnrente. Een deel van de leningen is weliswaar op een variabele rentevoet aangegaan, maar deze wordt opgevolgd en de banken waarbij deze leningen lopen, doen aan proactief schuldenbeheer. Dit risico is dus door de daden die we stelden in 2020 afgenomen.
  • Conform de richtlijnen van Audit Vlaanderen, en dit naar aanleiding van een doorlichting van de geldmiddelen in 2020, staan de leningen individueel in de boekhouding. Zo kan, indien gewenst, vanuit het boekhoudprogramma een overzicht van de leningen worden gegenereerd. Dit reduceert het risico dat de nodige informatie rond de leningen niet wordt gevonden.
  • Sinds begin 2022 hebben zowel de korte als de lange termijn rentevoeten een forse stijging gekend. De impact op onze bestaande lening portefeuille is beperkt maar eventuele toekomstige nieuwe leningen zullen wellicht hogere rentevoeten kennen dan de leningen die de voorbije jaren werden aangegaan.

Stijging van de onbetaalde facturen en dubieuze debiteuren

Terug naar navigatie - Stijging van de onbetaalde facturen en dubieuze debiteuren

Steeds meer besturen krijgen te maken met wanbetalers: een deel van de schoolfacturen blijft onbetaald, de sociale armoede neemt toe en een gedeelte van de OCMW-cliënten is niet meer in staat om de toegekende voorschotten terug te betalen. Mortsel rekent haar dienstverlening door. Deze ontvangst uit retributies en prestaties maakt ongeveer 1/6e uit van de totale ontvangsten.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Een aandeel van de aangerekende prestaties zal nooit geïnd kunnen worden. Dit leidt tot een verslechtering van het exploitatieresultaat.
  • De werklast voor het invorderen van facturen stijgt waardoor er bijkomend medewerkers moeten geworven worden. Dit leidt tot een verslechtering van het exploitatieresultaat.
  • Het bijzonder comité voor de sociale dienst stelt de verleende steun terugvorderbaar, terwijl de terugvordering niet gerealiseerd wordt. Zij krijgt zo een foutief beeld van de lasten van deze uitgekeerde steun op het budget van het lokaal bestuur.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • In 2020 ging Mortsel over tot de aankoop van een nieuwe software, I Controller. Deze software, die werkt met artificiële intelligentie, zal ons toelaten om schuldenaars gericht te contacteren, op een tempo en communicatiekanaal dat hen het beste past. Dit moet leiden tot een snellere betaling van facturen. Deze software is in 2022 geïnstalleerd. 
  • Een deel van de uitgaande facturen zijn sinds september 2021 voorzien van een QR-code.  Deze code moet ertoe leiden dat facturen sneller worden betaald.
  • Ondanks een aantal acties, die ertoe moeten leiden dat facturen vlotter geïnd zullen worden, is er een duidelijke trend zichtbaar dat meer facturen onbetaald blijven of langer blijven open staan. We verwachten met andere woorden dat onze acties deze trend kunnen vertragen maar zeker niet kunnen keren. Dit risico blijft reëel en is slechts gedeeltelijk afgedekt.
  • De impact van de ingebruikname van I Controller zal de komende maanden duidelijk worden.

Afhankelijkheid van softwareleveranciers

Terug naar navigatie - Afhankelijkheid van softwareleveranciers

Van het lokaal bestuur wordt verwacht dat ze verder professionaliseert. De digitalisering is ingezet, burgers verwachten een efficiënte dienstverlening, de Beleids- en BeheersCyclus weekt de politiek los van de dagelijkse werking. Deze evolutie gaat snel maar in de praktijk wordt ons bestuur geconfronteerd met een kleine markt van softwareleveranciers, waarin de concurrentie beperkt speelt en de kwaliteit soms bedroevend is.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Het lokaal bestuur betaalt te veel voor haar software.
  • Het lokaal bestuur maakt haar ambitie niet waar omdat zij beperkt wordt in haar mogelijkheden door de software.
  • De dienstverlening van het lokaal bestuur is niet optimaal door de beperkingen van de software.

Door zich te verenigen in groepsaankopen, of via vakverenigingen kan ons bestuur wegen op het beleid van deze leveranciers. Ook kunnen we de lastenboeken zodanig aanpassen dat ook leveranciers die actief zijn op de private markt kunnen deelnemen. Tenslotte moeten de leden van het managementteam ernaar streven om deel uit te maken van de stuurgroepen van de softwarehuizen.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • Het lokaal bestuur Mortsel kocht een aantal pakketten ter ondersteuning van haar organisatiebeheersing (opvolging terugvorderingen, rapporteringsmodule).
  • Moderne software zoals Power Query en Power BI kan data analyseren over de verschillende databanken heen. Het lokaal bestuur heeft er een prioriteit van gemaakt om voldoende middelen - zowel budgettair als personeel - te voorzien om mee te zijn met deze evolutie.
  • De aanpassing van het meerjarenplan voorziet in een actie ‘nieuwe werkplek’. Deze actie,  die oorspronkelijk beperkt was tot het implementeren van Office365 neemt nu ook de toetreding van Mortsel in de intergemeentelijke samenwerking van LB365 mee. Deze samenwerking moet ertoe leiden dat Mortsel minder afhankelijk zal worden van softwareleveranciers omdat zij modulair pakketten kan laten uitwerken op maat van de lokale besturen. Deze stap zal op de middellange termijn leiden tot een sterke reductie van dit risico.
  • Nieuwe softwarepakketten worden gegund op basis van prijs, maar ook op basis van flexibiliteit, rapporteringsmogelijkheden en open data.

De evolutie van het leefloon

Terug naar navigatie - De evolutie van het leefloon

Het OCMW staat in voor het toekennen van leefloon en wordt daarin gestuurd en gesubsidieerd door de federale overheid. De cijfers maken ons duidelijk dat meer gezinnen en kinderen geconfronteerd worden met armoede. Ook de vluchtelingenproblematiek en de beslissingen die België hierrond nam, maken dat er meer mensen beroep doen op het leefloon.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Niet alle uitgaven voor het leefloon zijn voorzien in de meerjarenplanning.
  • Het meerjarenplan voorziet in onvoldoende middelen voor extra begeleiders die instaan voor het activeren van de leefloners, waardoor cliënten langer op het leefloon zitten.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • De evolutie van de uitgaven voor leefloon worden maandelijks opgevolgd. Een stijging kunnen we zo snel opmerken. Sturen op deze uitgaven is echter niet mogelijk. Het risico dat we mettertijd dit budget zullen moeten verhogen, is reëel.
  • We zien in de tussentijdse cijfers dat het leefloon binnen het budget blijft. Het aantal aanvragen op de sociale dienst is wel gestegen, met een hogere werklast tot gevolg. Maar dit vertaalt zich tot op heden niet in een grotere kost. 

De forse stijging van de inflatie

Terug naar navigatie - De forse stijging van de inflatie

Na ettelijke jaren van stabiele, lage inflatie stellen we sinds eind 2021 een zeer sterke stijging van de inflatiecijfers vast. We worden geconfronteerd met de hoogste inflatie sinds vele decennia. In november liep ze op tot 10,63%.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Een toename van onze loonkosten met 2% telkens wanneer de spilindex overschreden wordt. Dit zal vijf maal gebeuren in 2022. Lonen zijn de belangrijkste uitgavenpost van lokaal bestuur Mortsel. De impact van deze snelle opeenvolging van loonsverhogingen is dan ook zeer groot.
  • Algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten. Net als iedereen stellen we vast dat de producten en diensten die we aankopen vaak significant duurder zijn dan de voorbije jaren.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • De evolutie van onze loonkosten wordt van kortbij opgevolgd, net als die van onze andere uitgaven.
  • In deze aanpassing van het meerjarenplan worden de budgetten voor de lonen aangepast voor de periode 2023 - 2025.
  • De stijgende inflatie zorgt er voor dat onze inkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende belasting op de personenbelasting toenemen. Deze meer-inkomsten compenseren onze toegenomen uitgaven echter slechts ten dele en bovendien met een vertragend effect.

Timing van RUP Centrum

Terug naar navigatie - Timing van RUP Centrum

In het meerjarenplan voorzien we budgetten voor het uitwerken van het RUP centrum. Dit project wordt aangevangen in 2021. Het meerjarenplan bevat tevens een aantal ontvangsten die enkel kunnen gerealiseerd worden indien het RUP centrum is goedgekeurd.  Deze ontvangsten zijn:

  • Ontwikkelen site ’t Parkske
  • Ontwikkelen site Bib Eggestraat
  • Ontwikkelen parking Krijgsbaan

Indien het RUP Centrum niet binnen deze legislatuur wordt afgerond, zullen deze ontvangsten niet meer gerealiseerd worden in dit meerjarenplan.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Het niet realiseren van de vooropgestelde ontvangsten, met een negatief effect op de evenwichten van het meerjarenplan.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • De timing van het RUP wordt van nabij opgevolgd,
  • De ontvangst van de ontwikkeling aan de Krijgsbaan werden reeds geschrapt uit het meerjarenplan. Het is duidelijk dat deze ontvangst niet voor 2025 zal gerealiseerd wordt,
  • De ontvangsten uit de ontwikkeling van de site Parkske en bib Eggestraat werden reeds verschoven naar 2025. 

De algemene stijging en toegenomen volatiliteit van de energieprijzen

Terug naar navigatie - De algemene stijging en toegenomen volatiliteit van de energieprijzen

De algemene toename van de prijzen is met name erg extreem voor wat betreft energie. De prijzen van elektriciteit en gas zijn fors gestegen de voorbije maanden. Bovendien zijn de prijzen veel volatieler geworden dan enkele jaren geleden.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • De uitgaven voor energie liggen veel hoger dan gebudgetteerd.
  • Samen met de prijzen is ook de volatiliteit ervan sterk toegenomen. Het is dan ook bijzonder moeilijk geworden om een inschatting te maken van de toekomstige evoluties van de gas- en elektriciteitsprijzen.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • De budgetten voor energie worden verhoogd naar aanleiding van deze aanpassing meerjarenplan.

De stijging van de materialenprijzen

Terug naar navigatie - De stijging van de materialenprijzen

De bovenvermelde toename van de algemene prijsniveaus is met name extra duidelijk voor wat betreft de prijzen van bouwmaterialen. Daar komt nog bovenop dat verschillende types materialen schaars zijn geworden waardoor ze soms niet geleverd kunnen worden, of enkel mits een lange levertijd.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • Lokaal bestuur Mortel heeft verschillende investeringsprojecten die lopend zijn of gepland staan. De budgetten die hiervoor werden voorzien, dreigen ontoereikend te zijn om deze werken volledig uit te voeren.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • Verschillende investeringsbudgetten worden verhoogd in het kader van deze aanpassing meerjarenplan.
  • De investeringsuitgaven worden van kortbij opgevolgd en gemonitord.

De crisis in Oekraïne

Terug naar navigatie - De crisis in Oekraïne

Het conflict in Oekraïne heeft gezorgd voor een vluchtelingenstroom naar, onder andere, België.  Mortsel neemt zijn verantwoordelijkheid op en verleent onderdak aan Oekraïense vluchtelingen.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • De uitgaven voor de opvang liggen hoger dan de toelagen die we hiervoor ontvangen vanuit Vlaanderen.
  • Zolang er geen uitzicht is op een oplossing voor het conflict zal er opvang van vluchtelingen nodig blijven. 

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • Er werden in 2023 budgetten ingeschreven voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

FORT 4

Terug naar navigatie - FORT 4

De restauratie en ontwikkeling van FORT 4 is een belangrijk project voor Mortsel. De komende jaren zullen er aanzienlijke investeringen gebeuren om op termijn diverse commerciële activiteiten te kunnen onderbrengen in het fort. Hoewel deze investeringen gedragen zullen worden door de speciaal daartoe opgerichte BV FORT 4, houdt het al dan niet slagen van dit project ook een risico in voor lokaal bestuur Mortsel. 

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden

  • De ontwikkeling van het fort is een commercieel project waarvan de uiteindelijke rendabiliteit nog moet worden aangetoond. Indien deze rendabiliteit zich niet zou realiseren zoals momenteel wordt ingeschat, kan dit voor lokaal bestuur Mortsel een financieel risico betekenen. Het AGB is immers een belangrijke aandeelhouder van BV FORT 4 en de Stad heeft zich borg gesteld voor de lening van PMV aan de BV FORT 4.

Evaluatie in functie van de aanpassing 2022-1 van het meerjarenplan

  • Het dossier FORT 4 wordt van nabij opgevolgd.