Financiële bespreking

Exploitatie

Grondslagen en assumpties

Terug naar navigatie - Grondslagen en assumpties

Voor de aanpassing van de loonbudgetten van 2023 hebben we rekening gehouden met een indexsprong in december, daar waar de budgetten voor 2023 nog rekening hielden met drie indexsprongen. Voor boekjaar 2024 hebben we, voortgaand op de inschattingen van het Planbureau, gerekend met twee indexsprongen: april en augustus. Voor 2025 en 2026 zijn we uitgegaan van telkens één indexsprong.

Voor de budgetten voor elektriciteit en gas baseren we ons op de budgetcijfers die we ontvangen van onze leverancier, het Vlaams Energiebedrijf (‘VEB”). Zij maken prognoses voor 2023 en 2024.

De budgetten die we inschrijven voor de responsabiliseringsbijdrage zijn gebaseerd op de ramingen die we ontvangen van de FOD Pensioenen.

Exploitatieuitgaven

Terug naar navigatie - Exploitatieuitgaven
Operationele uitgaven

A. Operationele uitgaven

Rek 2021

Rek 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

1. Goederen en diensten

12.450.410

14.501.132

14.157.638

13.803.589

12.902.940

12.730.838

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

34.407.574

38.583.380

41.783.302

43.509.838

44.787.930

45.506.707

3. Individuele hulpverlening door het OCMW

2.707.050

2.858.065

3.760.200

3.384.200

3.169.700

3.232.950

4. Toegestane werkingssubsidies

6.595.770

7.056.101

8.557.897

8.728.352

8.616.273

8.714.079

5. Andere operationele uitgaven

270.969

1.267.416

89.000

89.000

89.000

90.700

Totaal Operationele Uitgaven

56.431.773

64.266.094

68.348.038

69.514.979

69.565.843

70.275.273

 

Financiële uitgaven

B. Financiële uitgaven

Rek 2021

Rek 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

1.581.445

1.511.285

1.611.220

1.770.100

2.051.200

1.982.400

2. Andere financiële uitgaven

12.487

11.200

4.700

4.700

4.700

4.800

Totaal Financiële Uitgaven

1.593.932

1.522.484

1.615.920

1.774.800

2.055.900

1.987.200

 

De cijfers van 2021 en 2022 zijn deze van de jaarrekening en werden aldaar besproken. De cijfers 2023 werden bijgesteld op basis van de tussentijdse realisatie. De cijfers 2023-2025 verschillen als volgt van de vorige raming (december 2022):

A. Operationele uitgaven

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

1. Goederen en diensten

-1.225.079

621.483

-60.999

-664.595

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

760.839

1.589.508

1.747.019

4.097.366

3. Individuele hulpverlening door het OCMW

918.900

824.100

644.600

2.387.600

4. Toegestane werkingssubsidies

315.155

568.770

557.585

1.441.510

5. Andere operationele uitgaven

-9.000

0

0

-9.000

Totaal Operationele Uitgaven

760.815

3.603.860

2.888.206

7.252.881

 

B. Financiële uitgaven

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

-20.780

249.000

194.000

422.220

2. Andere financiële uitgaven

0

0

0

0

Totaal Financiële Uitgaven

-20.780

249.000

194.000

422.220

 

Over de periode 2023-2025 schrijven we bijkomend 7,7 miljoen euro aan exploitatieuitgaven in.

De aankoop van goederen en diensten (A.1) daalt met 664.595 euro. Het gros van deze afname is te wijten aan een substantiële verlaging van de budgetten voor energie in 2023 (- 2,5 miljoen euro). Tegelijk stellen we vast dat verschillende exploitatiebudgetten verhoogd dienden te worden, gelet op de vaak aanzienlijke prijsstijgingen die we de voorbije jaren gekend hebben.

De bezoldigingen (A.2) werden herberekend op basis van de verwachtingen van het Planbureau op het vlak van indexsprongen. De verwachte drie indexsprongen voor 2023 zijn er niet gekomen. Enkel in december zal er een indexering plaatsvinden. Voor 2024 houden we rekening met twee indexsprongen. Dit maakt dat de meeste van de budgetten voor lonen verlaagd kunnen worden. Het feit dat we over de periode 2023-2025 toch een toename registreren van 4,1 miljoen euro heeft te maken met twee fenomenen. Ten eerste is er een forse toename van de responsabiliseringsbijdrage (2,6 miljoen euro) die ervoor zorgt dat de loonkost voor het vastbenoemd niet-onderwijzend personeel (A.2.c) stijgt met 2,0 miljoen euro. Ten tweede is er een herraming gebeurd van de lonen voor onderwijzend personeel ten laste van andere overheden (A.2.e) met een budgetverhoging van 5,3 miljoen euro tot gevolg. Deze laatste categorie heeft weliswaar geen impact op het resultaat vermits hier eenzelfde ontvangst tegenover staat.

In lijn met de stijging die we de voorbije maanden hebben vastgesteld, werd het budget voor individuele hulpverlening door het OCMW (A.3) verhoogd met 2,4 miljoen euro voor de periode 2023-2025.

De toename van de toegestane werkingssubsidies (A.4) is voornamelijk te wijten aan een stijging van de werkingssubsidies voor politie en brandweer. De prijssubsidie voor AGB kent een daling in 2023, in lijn met de gedaalde uitgaven voor lonen en energie bij het AGB. Vanaf 2024 vinden we hier bijkomend ook de doorstorting aan onze partners van de WSE-subsidies die we zelf ontvangen.

We voorzien voor de periode 2023 - 2025 voor 422.220 euro aan bijkomende rentelasten (B.1). De planning en de bedragen van nieuwe leningen werden niet aangepast, maar de toename van de rentevoeten werd wel mee in rekening genomen.

Exploitatieontvangsten

Terug naar navigatie - Exploitatieontvangsten
Operationele ontvangsten

A. Operationele Ontvangsten

Rek 2021

Rek 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

 1. Ontvangsten uit de werking

8.842.505

9.653.928

10.048.115

9.646.156

9.645.678

9.970.120

 2. Fiscale ontvangsten en boetes

22.769.863

22.455.467

27.706.314

26.133.598

27.236.242

27.781.300

 3. Werkingssubsidies

28.773.906

31.994.890

33.429.877

33.684.115

34.005.018

34.496.128

 4. Recuperatie individuele hulpverlening

251.703

222.844

251.700

251.700

251.700

256.700

 5. Andere operationele ontvangsten

420.942

595.266

597.365

1.095.030

599.650

610.800

Totaal Operationele Ontvangsten

61.058.919

64.922.394

72.033.371

70.810.599

71.738.288

73.115.048

 

Financiële ontvangsten

B. Financiële Ontvangsten

Rek 2021

Rek 2022

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Totaal Financiële Ontvangsten

1.688.128

1.402.397

1.402.390

1.409.590

1.415.240

1.443.600

 

De cijfers van 2021 en 2022 zijn deze van de jaarrekening en werden daar besproken. De cijfers 2023 werden aangepast, gebaseerd op hun tussentijdse realisatie. De cijfers 2023-2025 verschillen als volgt van de vorige raming (december 2022):

A. Operationele Ontvangsten

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

 1. Ontvangsten uit de werking

-320.375

-1.014.894

-1.625.692

-2.960.961

 2. Fiscale ontvangsten en boetes

624.104

-193.267

95.184

526.021

 3. Werkingssubsidies

3.236.096

3.648.699

3.965.791

10.850.586

 4. Recuperatie individuele hulpverlening

0

0

0

0

 5. Andere operationele ontvangsten

-9.256

485.670

-14.440

461.975

Totaal Operationele Ontvangsten

3.530.570

2.926.208

2.420.843

8.877.621

 

B. Financiële Ontvangsten

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

TOTAAL

Totaal Financiële Ontvangsten

6.200

4.500

0

10.700

 

De komende drie jaren kunnen de exploitatieontvangsten verhoogd worden met 8,9 miljoen euro. We noteren als voornaamste bewegingen:

  • De ontvangsten uit de werking (A.1) kennen een daling van 2,96 miljoen euro. We houden rekening met een leegstand van een verdieping in het woonzorgcentrum.
  • De fiscale ontvangsten (A.2), die voornamelijk bestaan uit de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen uit de onroerende voorheffing zijn eerder stabiel: we noteren een beperkte verhoging van 526.021 euro. We noteren wel een verschuiving in de tijd: een aanzienlijk deel van de opcentiemen op de aanvullende personenbelasting die voorzien waren in 2024 zal al in 2023 geïnd kunnen worden.
  • De werkingssubsidies (A.3) kennen een forse toename ten belope van 10,9 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken van deze toename zijn: (1) de toename van de terugbetaling van lonen voor onderwijzend personeel ten laste van andere overheden (5,3 miljoen euro), (2) de stijging van de Vlaamse dotatie ter compensatie van de responsabiliseringsbijdrage (2,1 miljoen euro) en (3) een verhoging van de budgetten i.v.m. recuperatie van toegekende individuele steun. Vanaf 2024 zullen we ook extra WSE-subsidies ontvangen in het kader van ZORA Werkt.

Exploitatiesaldo

Terug naar navigatie - Exploitatiesaldo

Voor de periode 2023 – 2025 gaan we uit van een toename van onze exploitatieuitgaven van 7,7 miljoen euro. Voor dezelfde periode rekenen we op 8,9 miljoen aan extra exploitatieontvangsten. Netto zal het exploitatiesaldo de komende drie jaar dus verbeteren met 1,2 miljoen euro.

Investeringen

Aanpassingen aan de investeringen

Terug naar navigatie - Aanpassingen aan de investeringen

Het investeringsbudget (ontvangsten min uitgaven) wordt door een aantal elementen aangepast:

  • Schuiven in de tijd
    • Op basis van de realisatie en planning van de investeringsprojecten worden budgetten op andere momenten voorzien. Dit maakt dat de totalen per jaar kunnen verschillen tegenover de vorige versie van het meerjarenplan.
  • Schrappen van investeringsuitgaven
    • Er werden geen investeringsprojecten geschrapt in het kader van deze aanpassing meerjarenplan.
  • Bijkomende investeringsuitgaven:
    • Verhoging budget stadhuis (IP-01): De verbouwing van het stadhuis zal in 2024 in de afwerkingsfase komen. De budgetten voor de laatste fase van de ruwbouwwerken en die voor de afwerking (ICT, meubilair, inrichting) werden aangepast aan de huidige indexniveaus of in lijn gebracht met de meest recente ramingen. In totaal werd er een extra budget van 1,8 miljoen euro voorzien.
    • Het budget voor het nieuw technisch centrum werd verhoogd met 232.000 euro om enkele prijsverhogingen en niet-voorziene uitgaven te kunnen dekken.
    • Het budget voor de bouw van het nieuwe woonwagenterrein (IP-08) werd verhoogd met 457.304 euro omwille van enkele meerwerken en de indexering van de prijzen.
  • Schrappen van investeringsontvangsten
    • De verwachte subsidie voor de bouw van het nieuwe welzijnshuis werd verlaagd van 672.000 euro naar 363.000 euro. In lijn met de aangepaste timing werd deze subsidie ook in 2025 ingeschreven.
  • Extra investeringsontvangsten
    • De belangrijkste extra investeringsontvangsten worden hierna opgesomd:
    • We verwachten een hogere inkomst uit de verkoop van het project Stadsterras. We schrijven 245.000 euro aan extra inkomsten in.
    • De verkoop van enkele percelen grond aan de Bremveldlaan zal wellicht meer opbrengen dan geraamd. We budgetteren een inkomst van 600.000 euro in 2024.

Overzicht per investeringsproject

Terug naar navigatie - Overzicht per investeringsproject

Ons bestuur kiest ervoor om de investeringsbudgetten op te volgen aan de hand van investeringsprojecten. Deze projecten isoleren grote investeringen en bundelen kleinere ingrepen in logische groepen. De wetgever legt ons ook op om per prioritair actieplan een apart investeringsproject aan te maken. Deze projecten worden apart gerapporteerd in de schema’s T3. Na bovenstaande wijzigingen doorgevoerd te hebben komen we tot de volgende bedragen per investeringsproject:

Investeringsuitgaven

AP

2023

2024

2025

2026

IP-01 STADHUIS

2.1.1

10.060.971

6.254.550

0

0

IP-03 STADSTERRAS

 

1.214.441

0

0

0

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3

5.514.908

54.000

0

0

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2

4.274.418

1.805.000

288.000

0

IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN

3.5.5

2.216.653

0

638.840

0

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

1.722.995

428.000

0

0

IP-10 RUP's

1.1.3

110.736

65.000

0

0

IP-11 ROERENDE GOEDEREN

 

977.616

243.900

223.750

7.000

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

337.559

324.250

331.850

330.000

IP-13 ICT

 

407.564

177.900

299.500

144.500

IP-14 REALISATIE BUURTHUIZEN

3.1.2

2.000

0

0

0

IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM

2.1.4

425.592

0

60.000

0

IP-16 VERBETEREN WEBSITE

4.2.1

6.154

0

0

0

IP-17 TALENTMANAGEMENT

6.3.1

0

0

0

0

IP-19 TRAGE WEGENNETWERK

1.3.1

73.300

0

0

0

IP-20 VERKEERSVEILIGHEID

1.3.3

228.697

138.000

110.000

0

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1

723.384

1.814.566

0

2.850.000

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

 

244.261

140.239

135.575

0

IP-25 RENOVATIE GAW MEERMINNE

3.4.3

112.000

0

0

0

IP-26 BURGEMEESTERSCONVENANT

1.2.1

17.535

0

0

0

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

5.2.4

52.250

25.000

25.000

25.000

TOTAAL

 

20.735.600

15.757.108

9.227.246

2.246.120

 

Investeringsontvangsten

AP

2023

2024

2025

2026

IP-03 STADSTERRAS

 

1.810.000

2.407.000

1.626.000

0

IP-04 NIEUWE STADSWERKEN

6.1.3

4.437.760

0

0

0

IP-05 OPTIMALISATIE PATRIMONIUM

6.1.3

1.082.000

2.807.400

4.550.000

0

IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD

1.1.2

1.643.381

0

0

0

IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN

 

25.800

0

0

0

IP-12 EXTERNE BESTUREN

 

1.048.900

1.062.900

1.077.900

1.092.900

IP-22 WELZIJNSHUIS

3.2.1

0

0

363.000

0

IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING

6.2.1

19.764

36.367

98.559

0

IP-27 DIGIBANK ZORA WERKT

 

52.250

52.250

0

0

TOTAAL

 

10.119.855

6.365.917

7.715.459

1.092.900

 

Investeringssaldo

Terug naar navigatie - Investeringssaldo

Na de verwerking van de wijzigingen zoals hierboven beschreven, zien we dat deze aanpassingen een beperkt effect hebben op het investeringssaldo van 2023, 2024 en 2025. Over deze drie jaren is er een negatieve impact op het investeringssaldo van 437.832 euro.

Financiering

Financieringsuitgaven

Terug naar navigatie - Financieringsuitgaven

Deze uitgaven bestaan uit de kapitaalsaflossingen van de lopende en nieuwe leningen en de toegestane leningen. Concreet vallen deze als volgt uiteen:

Financieringsuitgaven

Mjp 2023

Mjp 2024

Mjp 2025

Mjp 2026

Kapitaalsaflossingen

2.967.800

3.097.600

3.152.000

3.133.000

TOTAAL

3.157.400

2.945.800

3.001.000

3.245.650

 

We voorzien geen nieuwe toegestane leningen.

Financieringsontvangsten

Terug naar navigatie - Financieringsontvangsten

De financieringsontvangsten bestaan uit de op te nemen leningen en de terugvorderingen van de toegestane leningen. We voorzien nog steeds één op te nemen lening in 2024 van 14.825.000 euro.

Daarnaast zullen we opnieuw een beroep doen op het commercial paper programma om de eventuele korte termijn financieringsnood op te vangen en voor de voorfinanciering van onze investeringsprojecten in uitvoering. De opgenomen bedragen zullen grotendeels worden terugbetaald in 2024 door middel van de opname van bovenvermelde langlopende lening. Het saldo zal worden terugbetaald in 2025 met de inkomsten uit enkele verkopen en terugbetalingen van toegestane leningen.

2023

15.000.000

2024

– 10.000.000

2025

– 5.000.000

Saldo

0

Evenwichten

Gecumuleerd budgettair resultaat

Terug naar navigatie - Gecumuleerd budgettair resultaat

Het gecumuleerd resultaat dient steeds positief te zijn. Dit evenwicht wordt berekend in schema M2 en rapporteert zowel het gecumuleerd budgettair resultaat van de stad en OCMW enerzijds en het AGB anderzijds.

Zowel het lokaal bestuur als het AGB voldoen aan de opgelegde evenwichten. 

Autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge (AFM) is de verhouding tussen het exploitatiesaldo en de kapitaalsaflossingen. Deze indicator geeft aan in hoeverre ons bestuur in staat is om haar leningen terug te betalen.

De onderstaande grafiek geeft de evolutie van de AFM weer voor de periode 2023-2025 voor het lokaal bestuur.

  • Vermits we een aanzienlijk bedrag aan opcentiemen op de aanvullende personenbelasting die oorspronkelijk voorzien waren in 2024 al in 2023 zullen ontvangen, wordt de AFM sterk positief in 2023, maar daardoor ook negatief in 2024.
  • De wijzigingen aan het meerjarenplan die nu voorliggen maken dat de AFM verbetert. Dit komt omdat het exploitatieresultaat gunstig evolueert. Ook voor 2026 verwachten we een positieve AFM.
  • De AFM dient positief te zijn in het laatste jaar van het meerjarenplan (in casu 2025). Dit is het geval.

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde AFM geeft een ratio weer in functie van een fictieve aflossingslast: de wetgever simuleert deze leningslast aan een aflossingstempo van 8% per jaar. Deze waarde verschilt sterk voor Mortsel omwille van twee redenen:

  • de effectieve leningen worden op minder dan 8% verrekend,
  • een aantal leningen wordt gerecupereerd via VIPA en Scholen voor Morgen. Deze recuperatie mag niet verrekend worden in de gecorrigeerde AFM.

Deze ratio is indicatief en niet bindend. Omdat de correcties tegenover de AFM dezelfde zijn over de jaren heen, zien we dezelfde tendensen terugkomen als bij de ‘gewone’ AFM.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Dit document past de budgetten aan voor de periode 2023-2025 en stelt de kredieten voor 2024 vast.

Er worden budgetten voor het jaar 2026 opgenomen.

Opgenomen aanpassingen met een gunstig effect op het meerjarenplan:

  • het inschrijven van bijkomende exploitatieontvangsten van 8,9 miljoen euro voor de periode 2023-2025,
  • het schrappen van diverse geplande investeringsuitgaven,
  • het toevoegen van enkele investeringsontvangsten naar aanleiding van de geplande verkopen van patrimonium.

Opgenomen aanpassingen met een negatief effect op het meerjarenplan:

  • het inschrijven van 7,7 miljoen extra exploitatieuitgaven in de periode 2023 - 2025,
  • het opnemen van diverse extra investeringsuitgaven,
  • het schrappen van een investeringsontvangst.

Deze effecten worden in het meerjarenplan opgevangen zonder bijkomende leningen op lange termijn. De opnames onder de vorm van commercial paper zullen binnen het meerjarenplan volledig worden afgelost.

Aan de wettelijke evenwichtsvoorwaarden werd voldaan. De autofinancieringsmarge is hoger dan in de vorige versie van het meerjarenplan.