In deze financiële bespreking geven we een verklaring van de materiële verschillen en toelichting van de elementen die een buitengewone invloed hebben op het budgettaire resultaat. De cijfers worden besproken aan de hand van schema J2 - de staat van het financieel evenwicht- en schema T2 - de ontvangsten en uitgaven naar economische aard.
Financiële bespreking
Bespreking van de exploitatie, de investeringen en de financiering
Exploitatie
Deze rubriek bevat de dagelijkse uitgaven en ontvangsten. Deze budgetten volgen we op aan de hand van een matrix die de gegevens opdeelt naar soort:
Uitgaven |
|
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|---|
60/61 |
goederen en diensten |
|
70 |
verkopen en prestaties |
62 |
lonen |
|
73 |
fiscale ontvangsten |
64 |
andere uitgaven |
|
74 |
subsidies en recuperaties |
649 |
toegestane subsidies |
|
75 |
financiële ontvangsten |
65 |
financiële uitgaven |
|
|
|
Deze onderverdeling hanteren we ook bij de bespreking van de meerjarenplanning en in het kwartaalrapport. Het is een indeling die we ook terugvinden in het vennootschapsboekhouden en in het toelichtende schema T2 van de BBC.
Exploitatieuitgaven
Terug naar navigatie - Exploitatieuitgaven
I. Exploitatie-uitgaven |
JR |
MJP |
% |
---|---|---|---|
A. Operationele uitgaven |
64.266.094 |
63.796.215 |
100,7% |
1. Goederen en diensten |
14.501.132 |
15.922.522 |
91,1% |
2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen |
38.583.380 |
36.651.033 |
105,3% |
3. Individuele hulpverlening door het OCMW |
2.858.065 |
2.886.600 |
99,0% |
4. Toegestane werkingssubsidies |
7.056.101 |
7.016.364 |
100,6% |
5. Andere operationele uitgaven |
1.267.416 |
1.319.696 |
96,0% |
B. Financiële uitgaven |
1.522.484 |
1.563.104 |
97,4% |
TOTAAL UITGAVEN |
65.788.579 |
65.359.319 |
100,7% |
Voor wat betreft de exploitatieuitgaven realiseren we 100,7% van de geraamde bedragen.
De grafiek laat zien dat een belangrijk verschil te vinden is bij de aankoop van goederen en diensten.
De uitgaven voor energie kenden een sterke toename maar bleven uiteindelijk wel onder het aangepaste budget:
AR |
Omschrijving AR |
Realisatie 2021 |
Realisatie 2022 |
Budget 2022 |
---|---|---|---|---|
6110000 |
Elektriciteit |
932.806 |
1.503.145 |
1.735.120 |
6111000 |
Gas |
500.959 |
959.583 |
1.210.300 |
Verder stellen we vast dat onder andere de uitgaven voor erelonen, aankopen werkingsmateriaal en de bijdrage aan Igean lager uitvallen dan we begroot hadden.
Anderzijds zien we ook een aantal uitgaven sterk stijgen. Met name de kosten voor uitzendkrachten, voornamelijk te situeren in de zorg, stijgen sterk.
AR |
Omschrijving AR |
Realisatie 2021 |
Realisatie 2022 |
Budget 2022 |
---|---|---|---|---|
6170000 |
Uitzendkrachten |
373.653 |
509.521 |
260.880 |
De bezoldigingen realiseren zich voor 105,3%. De loonmassa stijgt met 4.175.806 euro tegenover 2021. Dit is te verklaren door twee elementen:
- de lonen werden in 2022 vijfmaal geïndexeerd;
- de bezoldigingen van het onderwijzend personeel stijgen met 1.741.663 euro. Deze kost wordt gecompenseerd door een subsidie waardoor deze personeelsleden niet ten laste van Mortsel vallen.
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen |
2021 |
2022 |
verschil |
---|---|---|---|
a. Politiek personeel |
642.048 |
678.186 |
36.138 |
b. Vastbenoemd niet-onderwijzend personeel |
7.644.748 |
7.872.917 |
228.169 |
c. Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel |
13.900.603 |
16.002.627 |
2.102.023 |
d. Onderwijzend personeel ten laste van het bestuur |
125.428 |
193.023 |
67.594 |
e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden |
11.047.942 |
12.789.605 |
1.741.663 |
f. Andere personeelskosten |
863.039 |
841.107 |
-21.932 |
g. Pensioenen |
183.765 |
205.916 |
22.151 |
TOTAAL |
34.407.574 |
38.583.380 |
4.175.806 |
De individuele hulpverlening door het OCMW blijft binnen het vooropgestelde budget, net zoals de voorbije jaren. We zien momenteel geen effect van de corona- of energiecrisis op deze uitgavenpost.
We realiseerden 100,6% van de toegestane werkingssubsidies. Een detail van deze subsidies vindt u bij de documentatie die samen met deze jaarrekening aan de raad wordt voorgelegd.
De andere operationele uitgaven worden voor 96% gerealiseerd. Hierin vinden we diverse uitgaven in het kader van corona en de betaling die werd gedaan in het kader van het juridisch dispuut rond de parking Stadsplein.
De financiële uitgaven werden gerealiseerd voor 97,4%. De budgetten werden afgestemd met de leningsvooruitzichten van de banken.
Exploitatieontvangsten
Terug naar navigatie - Exploitatieontvangsten
II. Exploitatieontvangsten |
Rek |
Mjp |
% |
---|---|---|---|
A. Operationele ontvangsten |
64.922.394 |
65.169.981 |
99,6% |
1. Ontvangsten uit de werking |
9.653.928 |
9.990.811 |
96,6% |
2. Fiscale ontvangsten en boetes |
22.455.467 |
23.737.303 |
94,6% |
3. Werkingssubsidies |
31.994.890 |
30.540.237 |
104,8% |
4. Recuperatie individuele hulpverlening |
222.844 |
251.700 |
88,5% |
5. Andere operationele ontvangsten |
595.266 |
649.930 |
91,6% |
B. Financiële ontvangsten |
1.402.397 |
1.398.860 |
100,3% |
TOTAAL ONTVANGSTEN |
66.324.791 |
66.568.841 |
99,6% |
We registreerden iets minder ontvangsten dan budgettair vooropgesteld: 99,6%.
De ‘ontvangsten uit de werking’ bleven achter ten opzichte van onze ramingen (96,6%). We zien echter wel een aanzienlijke toename ten opzicht van de realisatie in 2021 (+ 9%) waardoor we kunnen stellen dat de effecten van corona grotendeels achter ons liggen.
De mindere ontvangsten worden voornamelijk veroorzaakt door de lage realisatiegraad van de ‘fiscale ontvangsten en boetes’ (94,6%).
De twee grote belastingen die deze rubriek bepalen zijn (zie ook schema T2):
- de opcentiemen op de onroerende voorheffing: de realisatie blijft onder het vooropgestelde budget. We concluderen dat het budget voor 2022 te hoog werd ingeschat: 11,6 miljoen tegenover een realisatie van 10,3 miljoen.
- de aanvullende personenbelasting: hier zien we een realisatie die licht onder budget blijft.
We ontvingen meer werkingssubsidies dan voorzien (4,8%). De voornaamste verklaringen voor deze meerontvangst zijn:
- de Vlaamse subsidie die 50% van de responsabiliseringsbijdrage compenseert, is hoger dan het budget omdat ook de responsabiliseringsbijdrage zelf hoger is dan voorzien.
- de Sociale Maribel (tewerkstellingssubsidies) worden vanaf 2021 opnieuw ingeboekt voor de stad. In 2022 noteerden we een toename van 67.387 euro.
- De toegenomen bijdragen van de overheid voor de bezoldiging van het onderwijzend personeel. Deze bijdrage werd verhoogd naar aanleiding van de fors opgelopen loopkosten.
- Ontvangen subsidies voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen.
De recuperatie van de individuele dienstverlening betreft de terugvorderingen bij de cliënten van de sociale dienst van het OCMW. Het gaat over terugvorderbare steunen of terugvorderingen naar aanleiding van fraude of correcties. Deze uitgavenpost is moeilijk te ramen en is afhankelijk van de beslissingen van het Bijzonder Comité Sociale Dienst. We zien een realisatiegraad van 88,5%.
De andere operationele opbrengsten realiseren onder budget (91,6% werd geboekt). We boekten minder recuperaties en schadevergoedingen dan gepland. Ook deze budgetpost is moeilijk te ramen en is afhankelijk van ongevallen en uitkeringen van de verzekering.
Onder de financiële ontvangsten vinden we de dividenden van onze deelnemingen. Het budget was afgestemd met de ramingen van onze partners en komt overeen met de realiteit.
Onderstaande grafiek geeft de verschillen in absolute cijfers weer tussen de realisatie en het budget voor boekjaar 2022.
Exploitatieresultaat en conclusie
Terug naar navigatie - Exploitatieresultaat en conclusie
Resultaten |
|
Jaarrekening |
Meerjarenplan |
% |
Verschil |
I. Exploitatiesaldo |
(a-b) |
536.213 |
1.209.522 |
|
-673.309 |
a. Ontvangsten |
66.324.791 |
66.568.841 |
99,6% |
|
|
b. Uitgaven |
65.788.579 |
65.359.319 |
100,7% |
|
Het exploitatieresultaat is minder goed dan gebudgetteerd: we noteren saldo van 536.213 euro.
Dit zwakker resultaat verklaart ook de daling van de autofinancieringsmarges: deze indicatoren zetten dit resultaat af tegenover de leningslasten.
Ten opzichte van 2021 stellen we vast dat onze exploitatieontvangsten toenemen met 5,7% (+ 3.577.744 euro). De exploitatieuitgaven kennen echter een veel sterkere groei van 13,4% (+ 7.762.875 euro). Dit maakt dat het exploitatieresultaat afneemt van 4.721.343 euro in 2021 tot 536.213 euro in 2022.
De sterke toename van onze kosten (voornamelijk lonen en energie) weegt sterk op de cijfers van 2022. Het exploitatiesaldo staat onder druk en zorgt ervoor dat de autofinancieringsmarge negatief wordt.
Investeringen
Uit het schema J2 kunnen we de realisatie van de investeringsbudgetten afleiden:
Resultaten |
|
Jaarrekening |
Meerjarenplan |
% |
Verschil |
II. Investeringssaldo |
(a-b) |
-4.019.405 |
-10.318.642 |
|
6.299.237 |
a. Ontvangsten |
2.493.780 |
10.416.959 |
23,9% |
|
|
b. Uitgaven |
6.513.185 |
20.735.600 |
31,4% |
|
We realiseren 31,4% van onze geraamde investeringsuitgaven en 23,9% van onze investeringsontvangsten.
Investeringsontvangsten
Terug naar navigatie - InvesteringsontvangstenDoorheen het jaar volgen we de investeringsbudgetten op per investeringsproject. Per project registreerden we de volgende ontvangsten:
Investeringsproject |
JR |
MJP |
---|---|---|
IP-03 STADSTERRAS |
0 |
1.480.000 |
IP-04 NIEUWE STADSWERKEN |
43.618 |
4.394.377 |
IP-05 OPTIMALISATIE PATRIMONIUM |
1.089.111 |
1.625.840 |
IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD |
0 |
1.393.381 |
IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN |
15.627 |
0 |
IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN |
0 |
25.800 |
IP-12 EXTERNE BESTUREN |
983.916 |
984.000 |
IP-20 VERKEERSVEILIGHEID |
115.954 |
115.955 |
IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS |
53.979 |
0 |
IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING |
191.575 |
397.605 |
Eindtotaal |
2.493.780 |
10.416.959 |
- IP-03: er werden nog geen ontvangsten geboekt voor het project Stadsterras in 2022;
- IP-04: het saldo van de subsidie voor de capaciteitsstudie van het GTI werd ontvangen in 2022. Er zijn nog geen inkomsten vanuit de verkoop van de Sint Benedictussite;
- IP-05: we registreerden inkomsten uit de verkopen van het project Perenpit (965.520 euro) en van drie garages (samen 179.047). Verder was er nog de teruggave van een subsidie van 55.455 euro naar aanleiding van de eerdere verkoop van het huis aan de Lieven Gevaertstraat;
- IP-06: we ontvingen nog geen subsidies rond de fietsostrade;
- IP-08: op dit project realiseerden een subsidie van het woonwagenterrein 15.627 euro;
- IP-12: we ontvingen de bedragen voor de DBFM van de scholen en de VIPA subsidies zoals gebudgetteerd;
- IP-20: We ontvingen een subsidie van 115.954 euro voor veilige schoolroutes;
- IP-21: We ontvingen 53.979 euro van Fluvius in het kader van de overname van de openbare verlichting;
- IP-24: de Mortselse scholen hebben recht op een subsidie voor de digisprong. Deze gelden werden deels in 2022 ontvangen. Verder was er nog een subsidie in het kader van “Gemeente zonder Gemeentehuis” van 93.000 euro.
Investeringsuitgaven
Terug naar navigatie - InvesteringsuitgavenWe realiseerden 31,4% van onze de budgetten die we voorzagen voor de investeringsuitgaven.
Investeringsproject |
Actieplan |
JR |
MJP |
---|---|---|---|
IP-01 STADHUIS |
2.1.1 |
3.062.101 |
7.033.898 |
IP-03 STADSTERRAS |
|
364.456 |
1.578.898 |
IP-04 NIEUWE STADSWERKEN |
6.1.3 |
228.361 |
1.351.081 |
IP-06 VERBETEREN VAN HET STADSBEELD |
1.1.2 |
391.065 |
2.749.978 |
IP-08 HUISVESTING SPECIFIEKE DOELGROEPEN |
3.5.5 |
895.618 |
2.373.624 |
IP-09 ONDERHOUD GEBOUWEN |
|
272.127 |
1.189.628 |
IP-10 RUP's |
1.1.3 |
27.684 |
138.420 |
IP-11 ROERENDE GOEDEREN |
|
244.124 |
825.554 |
IP-12 EXTERNE BESTUREN |
|
321.532 |
332.170 |
IP-13 ICT |
|
170.167 |
354.817 |
IP-14 REALISATIE BUURTHUIZEN |
3.1.2 |
0 |
2.000 |
IP-15 VERBETEREN VRIJETIJDSPATRIMONIUM |
2.1.4 |
7.941 |
413.480 |
IP-16 VERBETEREN WEBSITE |
4.2.1 |
18.846 |
25.000 |
IP-17 TALENTMANAGEMENT |
6.3.1 |
0 |
8.500 |
IP-19 TRAGE WEGENNETWERK |
1.3.1 |
0 |
28.300 |
IP-20 VERKEERSVEILIGHEID |
1.3.3 |
14.033 |
32.731 |
IP-21 OVERNAME OPENBAAR VERLICHTINGSNET DOOR FLUVIUS |
|
198.592 |
0 |
IP-22 WELZIJNSHUIS |
3.2.1 |
89.280 |
1.500.664 |
IP-24 DIGITALISERING INTERNE EN EXTERNE WERKING |
6.2.1 |
159.844 |
366.606 |
IP-25 RENOVATIE GAW MEERMINNE |
3.4.3 |
0 |
385.000 |
IP-26 BURGEMEESTERSCONVENANT |
1.2.1 |
47.414 |
45.252 |
Eindtotaal |
|
6.513.185 |
20.735.600 |
Deze lage realisatiegraad heeft te maken met het vertragen van een aantal grote investeringsprojecten, maar is grotendeels eigen aan de manier waarop BBC werkt: bij een gunning moet het ganse budget voorhanden zijn. De jaarrekening rapporteert echter niet over de bestelde bedragen, maar over wat er effectief gefactureerd is. Indien er een project van 10 miljoen gegund werd in 2021 zal dit budget voorzien zijn, maar als er op 31 december geen factuur voor dat project is geboekt zal de realisatiegraad 0% zijn.
Sommige investeringsprojecten zijn gelinkt aan een actieplan, dat in de tweede kolom van de tabel wordt weergegeven. De actieplannen en de realisatie van hun budgetten worden in detail besproken in de beleidsevaluatie. De investeringen die niet aan een actieplan gelinkt zijn worden hieronder verder toegelicht.
- IP-03: Voor het project Stadsterras werd er 364.456 euro uitgegeven voor de bouw van de ondergrondse parking;
- IP-09: We realiseerden tal van ingrepen en onderhoudswerken aan ons patrimonium;
- IP-11: In deze categorie vinden we diverse kleinere investeringen zoals fietsen, meubilair, muziekinstrumenten, infoborden en dergelijke.
- IP-12: op deze plaats budgetteerden we de investeringstoelagen voor de hulpverleningszone en de politie;
- IP-13: op het vlak van ICT werden, onder andere, nieuwe Wifi punten geïnstalleerd in het woonzorgcentrum en laptops aangekocht voor de scholen in het kader van de digisprong. Een deel van de extra middelen voor de scholen ivm de digisprong werden ingeschreven in 2022 maar zullen pas in 2023 worden aangewend;
- IP-21: de deelname van Fluvius werd conform de richtlijnen van de centrale overheid ingeboekt.
Investeringsresultaat en conclusie
Terug naar navigatie - Investeringsresultaat en conclusieDe investeringen worden gekenmerkt door een lage realisatiegraad. De niet aangewende uitgaven en ontvangsten werden eind februari door het Vast Bureau en het College van Burgemeester en Schepenen integraal overgedragen naar 2023.
Financiering
Resultaten |
|
Jaarrekening |
Meerjarenplan |
% |
Verschil |
IV. Financieringssaldo |
(a-b) |
-2.823.237 |
1.899.600 |
|
-4.722.837 |
a. Ontvangsten |
255.592 |
5.057.000 |
5,1% |
|
|
b. Uitgaven |
3.078.829 |
3.157.400 |
97,5% |
|
Financieringsontvangsten
Terug naar navigatie - FinancieringsontvangstenDe ontvangsten op de financieringsrubriek bestaan uit verschillende elementen:
- de participatie van Fluvius, die conform de richtlijnen van het bestuurlijk toezicht werd ingeboekt, genereert een ontvangst op deze rubriek van 198.592 euro;
- het AGB betaalde in 2022 een schijf van 53.000 euro terug van de lening die de stad haar ter beschikking stelde;
- De Kompanie betaalde 4.000 euro aan renteloze leningen terug;
- het meerjarenplan voorzag in de opname van een nieuwe lening van 5.000.000 euro. Deze opname was niet nodig: de investeringen waarvoor deze lening dient, zijn niet integraal uitgevoerd in 2022.
Financieringsuitgaven
Terug naar navigatie - FinancieringsuitgavenDe uitgaven bestaan uit de kapitaalsaflossingen van onze diverse leningen ten belope van 3.078.829 euro.
Financieringsresultaat en conclusie
Terug naar navigatie - Financieringsresultaat en conclusieVermits een groot deel van de voorziene investeringsuitgaven zich niet realiseerden in 2022 maar werden doorgeschoven naar 2023, was er geen financieringsnood in 2022. Er was dan geen noodzaak om een nieuwe lening op te nemen, wat zich vertaalt in een lagere realisatie van de financieringsontvangsten.
Samenvatting en conclusie
De exploitatie, de investeringen en de financiering bepalen samen het budgettair resultaat van het boekjaar. Deze bedragen komen samen in het schema J2.
Resultaten |
Jaarrekening |
Meerjarenplan |
% |
Verschil |
---|---|---|---|---|
I. Exploitatiesaldo |
536.213 |
1.209.522 |
|
-673.309 |
a. Ontvangsten |
66.324.791 |
66.568.841 |
99,6% |
|
b. Uitgaven |
65.788.579 |
65.359.319 |
100,7% |
|
II. Investeringssaldo |
-4.019.405 |
-10.318.642 |
|
6.299.237 |
a. Ontvangsten |
2.493.780 |
10.416.959 |
23,9% |
|
b. Uitgaven |
6.513.185 |
20.735.600 |
31,4% |
|
III. Saldo exploitatie en investeringen |
-3.483.192 |
-9.109.120 |
|
|
IV. Financieringssaldo |
-2.823.237 |
1.899.600 |
|
-4.722.837 |
a. Ontvangsten |
255.592 |
5.057.000 |
5,1% |
|
b. Uitgaven |
3.078.829 |
3.157.400 |
97,5% |
|
V. Budgettair resultaat van het boekjaar |
-6.306.429 |
-7.209.520 |
|
|
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar |
11.663.472 |
11.663.472 |
|
|
VII. Gecumuleerd budgettair resultaat |
5.357.043 |
4.453.953 |
|
|
VIII. Onbeschikbare gelden |
0 |
0 |
|
|
IX. Beschikbaar budgettair resultaat |
5.357.043 |
4.453.953 |
|
|
Mortsel sluit 2022 af met een beschikbaar budgettair resultaat van 5.357.043 euro. Dit is een sterke daling ten opzichte van 2021 maar wel beter dan wat we budgettair vooropstelden. Dit verschil kan als volgt verklaard worden:
- het exploitatieresultaat is lager dan voorzien;
- verschillende investeringen zijn niet gefactureerd in 2022, waardoor het uitgavenbudget van 20,7 miljoen euro slechts ten belope van 6,5 miljoen euro werd gerealiseerd;
- omdat er minder investeringen moesten betaald worden, werd ook de voorziene lening niet opgenomen. Daardoor is de realisatiegraad van de financieringsontvangsten laag.
Het budgettair resultaat van 2022 zal met de volgende aanpassing aan het meerjarenplan worden ingeschreven als beginbedrag voor 2023. Dit positief effect wordt dan echter gecompenseerd door de overgedragen investeringsuitgaven die niet aangewend zijn in 2022.
Staat van het financieel evenwicht
Het meerjarenplan 2020-2025 voldeed aan de evenwichten die de wetgever ons oplegt. Ook de aanpassing van dit meerjarenplan, goedgekeurd in de gemeenteraad van december 2022, blijft deze evenwichten respecteren. De BBC legt ons nog een aantal structurele evenwichten op, die we in het schema J2 kunnen opvolgen. Het beschikbaar budgettair resultaat in de jaarrekening is beter dan wat we voorzagen in het meerjarenplan. De (gecorrigeerde) autofinancieringsmarge is negatief en lager dan gebudgetteerd.
Het beschikbaar budgettair resultaat
Terug naar navigatie - Het beschikbaar budgettair resultaatHet beschikbaar budgettair resultaat moet steeds groter zijn dan nul. In elk jaar van de meerjarenplanning moet deze waarde positief zijn. De som van de exploitatie, investeringen en financiering moeten, na verrekening van het beginsaldo vanuit het vorige boekjaar, resulteren in een positief saldo.
Resultaten |
|
JR |
MJP |
---|---|---|---|
IX. Beschikbaar budgettair resultaat |
(VII-VIII) |
5.357.043 |
4.453.953 |
De autofinancieringmarge
Terug naar navigatie - De autofinancieringmargeDe autofinancieringsmarge (AFM) geeft de verhouding weer van het resultaat van de exploitatie en de kapitaalsaflossingen van de leningen. Het overschot op de exploitatie moet groter zijn dan de te betalen leningslasten. Zo toont het bestuur aan dat het in staat is haar verplichtingen tegenover haar schuldeisers te kunnen nakomen. Deze evenwichtsvoorwaarde geldt niet voor het AGB. Stad en OCMW - die geconsolideerd rapporteren - moeten hier wel aan voldoen.
Autofinancieringsmarge |
|
JR | MJP |
---|---|---|---|
I. Exploitatiesaldo |
536.213 |
1.209.522 |
|
II. Netto periodieke aflossingen |
(a-b) |
2.037.913 |
1.966.400 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen |
3.078.829 |
3.007.400 |
|
b. Periodieke terugvordering leningen |
1.040.916 |
1.041.000 |
|
III. Autofinancieringsmarge |
(I-II) |
-1.501.700 |
-756.878 |
De gecorrigeerde autofinancieringsmarge
Terug naar navigatie - De gecorrigeerde autofinancieringsmargeDe gecorrigeerde autofinancieringsmarge (GAFM). Deze waarde is indicatief, de wetgever verbond er geen evenwichtsvoorwaarde aan. Deze indicator geeft de autofinancieringsmarge weer die berekend is op basis van de lopende en ingeschreven leningen die fictief aan 8% per jaar worden afgelost. De ‘gewone’ autofinancieringsmarge vertrekt van de reëel ingeschreven kapitaalsaflossingen.
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
|
JR |
MJP |
---|---|---|---|
I. Autofinancieringsmarge |
-1.501.700 |
-756.878 |
|
II. Correctie op de periodieke aflossingen |
(a-b) |
-1.376.290 |
-1.447.719 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen |
3.078.829 |
3.007.400 |
|
b. Aangewezen aflossingen o.b.v. de financiële schulden |
4 695 350 |
4.455.119 |
|
III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
(I+II) |
-2.877.990 |
-2.204.597 |
Net zoals de gewone AFM is ook de gecorrigeerde AFM lager dan wat we gebudgetteerd hadden: – 2.877.990 euro ten opzichte van een gebudgetteerde gecorrigeerde AFM van – 2.204.597 euro. Mortsel financiert zich op een langere termijn dat wat de GAFM simuleert. Daarom is het verschil tussen de AFM en de GAFM groot.